De buschauffeur snauwde me zijn bus in, mijn koffer rolde bij de eerste rem door het hele gangpad. Niemand reageerde. Zelfs de chauffeur hield zijn mond.
Ik haalde de bus van 09.00 uur.
De reis naar het noorden duurde 4,5 uur, Het was een onwerkelijke tocht. Sneeuwlandschap alsof je op een piste reed, afgewisseld met groen/bruine stukken grasland, half bevroren riviertjes, vlaktes omzoomd met ruig gebergte.
Ik werd voor mijn huisje afgezet. Daar werd ik opgewacht door mijn twee huisgenoten.
De 12 kunstenaars zijn verdeeld over drie huizen in een dorp waar 468 mensen wonen. De auto's gaan langzamer rijden om de nieuwkomers te bekijken. Ze stoppen om over te laten steken, terwijl je dat eigenlijk helemaal niet van plan was. Maar je wilt je aanpassen, hè.
In de supermarkt werd spottend gelachen toen ik zei dat ik net was aangekomen.
Over een paar dagen is het Thorrablud, hét winterfeest. Het moest een belevenis zijn. Dus gingen we naar de Town Hall om in de rij te staan voor kaartjes. We kwamen binnen en sloegen achterover van de vislucht. We zitten in een vissershaven, dus de lucht zou adequaat genoemd kunnen worden, toch verontrustte het me wel voor wat betreft de feestelijkheden. Die overigens een een hel voor vegetariërs schijnt te zijn. Ze hadden het al over geplette lamsschedels, maar het kan zijn dat ik even niet oplette en dat het gefermenteerde haai was.
De rij kronkelde onoverzichtelijk door de ruimte. Aan de linkerkant zaten drie vrouwen achter een tafel. Daar was niks onoverzichtelijks aan. Ze zaten klaar. En aan de lengte van de rij te zien was die al een half uur bezig aan te wassen. De tafelaars vertrokken geen spier. De vrouw achter de blauwe toegangsbewijzen keek recht voor zich uit, net zoals de vrouw achter het lege witte vel en de vrouw achter het geldkistje. Klokslag vijf uur begonnen ze te bewegen. De voorpret kon beginnen.