De boodschap is duidelijk. Dit gaat tijd kosten. Ik draai me om, bekijk hem eens goed en constateer dat hij er slecht uitziet. 'Ik heb een openhartoperatie gehad!' Hij wacht op een reactie, ik geef geen sjoege, dan gaat hij door. 'Mijn hele ribbenkast opengetrokken!' Zijn handen trekken iets wat voor zijn borst zit wijd open. Ik behoud mijn uitgestreken gezicht. ''Met klemmen erop!!' Ik denk alleen maar: o, ja, dat was ook zo. 'Maar eerst...' hij kijkt me doordringend aan en buigt zich naar me toe, 'moest ik opengezaagd worden!' Zijn hand heeft de zaag al vast. Zijn arm gaat woest op en neer. Hij gaat steeds harder praten alsof hij daarmee mijn reactie op gang kan brengen. Ik knik nog eens zakelijk, maar overweeg om lekker manlijk tegen hem op te pochen en mijn hele anamnese over hem uit te strooien, maar houd me in. Zelfs als hij zegt dat hij na de operatie een bloeddruk had van 80 over 40. Ik denk alleen maar: die van mij was 80/20. Nog net geen nananananana-wijsje in mijn hoofd.
Hij is er inmiddels van overtuigd dat ik er helemaal niets van snap. 'Dat is laag hoor!'
'O, ja? Nou, ik ben blij dat je er nog bent.'
Ik krijg een high five.