Ik bel op om te vragen of zij zich nu voorbereidt op de dood. Of dat het misschien toch zo is dat ze de dood negeert omdat het leven dan meer kans krijgt.
Ik zag er tegenop. En ik weet dat als ik het al moeilijk vind die vraag te stellen, dat die vraag haar zeker niet gesteld wordt. Wat klopte.
Haar dagen duren langer. Daar doet ze geen moeite voor.
Ze accepteert de pijn in haar botten. Daar doet ze moeite voor.
Ze laat het aan haar ouders of die haar willen begraven of cremeren. Daar heeft ze het nog niet over. Komt wel.
Ze weet dat ze er klaar voor zal zijn als ze alleen nog maar in bed ligt en zich niet meer kan bewegen. Is nog niet zover.
Intussen bedenkt ze allerlei mogelijke titels voor mijn nieuwe roman. Die hierover gaat.