Hij installeerde zich. Jas uit en aan het haakje, deodorant onder zijn oksels, tijdschrift uit zijn tas, koptelefoon op, lezen. Hij zou naar alle waarschijnlijkheid niet op Sloterdijk uitstappen.
Ik bedacht dat het grappig zou zijn om een boek tussen de stoelen door te steken. Maar het probleem was dat het een aantrekkelijke man was.
Op alle boeken die ik achterlaat zit een post-it met daarop: Voor jou! Maar in dit geval was ik bang dat het verkeerde ideeën zou opwekken. Toen volgde er een discussie in mijn hoofd. Dat ik daar schijt aan moet hebben. Dat het ook nog wel eens grappig zou kunnen uitpakken. Dat ik es uit mijn comfortzone moest. Dat ik laatst een artikel over faalangst las waarin juist het expres falen gepromoot wordt.
Ik krabbelde toch nog even snel: En als je niet van lezen houdt, laat je hem dan liggen voor een ander? stak het boek tussen de leuning door en wachtte tot hij het uit zijn ooghoek in de gaten kreeg.
Hij draaide zijn hoofd een slag, glimlachte, en nam het aan. Geroutineerd. Alsof hij elke dag briefjes uit de lucht pakt.