Vanmorgen gingen we met een kabelbaan naar de top van de berg. Met zijn muts diep over zijn hoofd getrokken stond de jonge man die de cabine bediende peinzend achter de knoppen.
Halverwege de berg: 'De geitenkaas die ze daarboven serveren heeft een tweede prijs gewonnen.'
Stilte.
Na een wandeling belandden we in het restaurant, probeerden de kaas die je geacht wordt met wafels en jam te eten. De kaas is donderbruin en onwaarschijnlijk zout. Doordat het smelt heb je nou niet het idee dat je een winnaar op de bord hebt. Bruine drek.
Kabelbaan naar beneden.
Stilte.
Ik: 'We hebben de wafels met kaas gegeten.'
Hij:: 'Dat doet me goed.'