We moesten het beeld dat we wilden maken eerst kleien. Ik was fijn bezig met een figuur die languit op de grond lag, toen ik de hakjuf hoorde zeggen dat het zo compact mogelijk moest. Ik frommelde het beeld weer in elkaar en maakte er een compact naakt van. Toen kreeg ik een brok Belgisch hardsteen en kon aan de gang.
Maar waar ik totaal niet over nagedacht had, is dat beeldhouwen eigenlijk alleen maar een kwestie van ruimtelijk inzicht is. En dat is dus precies iets waar ik niet joviaal mee bedeeld ben.
De hakjuf legde ruitjespapier onder mijn beeld - daar werd ik al zenuwachtig van - telde vakjes, zette strepen waar een vermeend midden moest zitten, kraste op het blok waar ik geacht werd materiaal weg te hakken, en maakte met krijt een V zodat ik voortaan zou weten wat boven voor onder en achter is.
Mijn vingers weten precies hoe ze een compact naakt van klei moeten maken, maar mijn hersenen kunnen niet bij de gedachte dat als ik in steen een heup ervaar als een deuk, ik dat toch moet beschouwen als hoogste punt en het materiaal eromheen moet weghalen om de gewenste ronding te krijgen.
Nadat ik de hakjuf - 't hoe minder woorden hoe beter-type - had bekend dat mijn ruimtelijk inzicht nagenoeg nihil is, trok ze haar schouders op. 'Voel dan maar.'
Ik legde mijn hand om de heup van de vrouw in klei, daarna op het blok hardsteen en wist op de millimeter exact wat ik moest doen.