Nadat I voor ons een gouden ontvangst had geregeld door te zwaaien met haar visitekaartje (VG-museum), hadden E en ik geen hulp meer nodig.
Het restaurant - nog helemaal in oude staat - was dicht, maar we waren, bien sûr, welkom voor een glas. Ze schonken een mooie wijn, we kregen er een stuk waanzinnige worst bij en deden mee met de rondleiding.
Ik vond het toch indrukwekkend om dezelfde trap op te lopen en daar in Vincents kamertje te staan. Tussen al die Koreanen werd ik er onverwacht chauvinistisch van. Na de rondleiding liepen we door het dorp en langs de velden waar borden stonden precies op de plekken waar hij had zitten schilderen.
Op het kerkhof was een aantal mensen druk bezig met van alles. Voornamelijk met foto's maken, maar één man sprong eruit. Niet alleen door zijn gele t-shirt, maar ook omdat hij met iets mysterieus in zijn hand naar de steen liep, met de inhoud van zijn hand over het graf wreef, er toen een kus op gaf en daarna weer omliep. Ik dacht net: wat jammer dat ik dat niet kon vastleggen.
Toen deed hij nog een rondje.