We zaten goed. Per tafel kreeg je de kans naar het buffet te lopen. Dat betekende dat iedereen langs onze tafel moest. Wij deden net alsof we niet naar de Skagaströnders keken en zij deden hetzelfde met ons. Wij waren de laatset tafel die mocht gaan scheppen. Van te voren waren we gewaarschuwd dat we waarschijnlijk met grote honger thuis zouden komen. Ik had voor mezelf ingeschat dat dat nog wel mee zou vallen, maar toen ik eenmaal bij de lamsschedel en de gefermenteerde haai stond, begon ik daar anders over te denken. We schepten dapper op.
Maar toen gingen de tafels aan de kant en werd het dansen. Ik had niet opgelet en voegde me pas later bij de kring die elkaars hand vasthield en al aan het cirkelen was. Toen pas zag ik dat echt alle zaken hier overzichtelijk worden verdeeld. De buitenste ring was voor de mannen. Ik werd geacht me bij de vrouwen te voegen. Ik ben gast. Ik deed wat ik moest doen.
Toen de kring stilstond had ik het geluk om tegenover een gigantische IJslander te staan. Hij danste goed. Het enige commentaar dat ik had was dat ik kotsmisselijk - en niet van de haai - de dansvloer verliet.