Daar gooide ik mijn eigen drama nog eens rijkelijk bovenop. Ik sommeerde iedereen van mij af te blijven, 112 te bellen en straks tegen de ambulancebroeder te zeggen dat niemand aan mij mocht komen. Dit alles in de paniekstand.
Het was alsof mijn been recht de lucht in stak, maar toen ik keek lag hij gewoon op de grond maar had wel een dikke bult.
Het personeel van het restaurant kwam heel lief aan met schortjes en zelfs een gouden warmtefolie. Daar lag ik twintig minuten te wachten als een kerstengel in het verkeerde seizoen.
Een vrouw met hondje liep langs, ze was ambulancemedewerker en zij kon me de procedure vertellen, omdat ik ook tegen haar meteen zei dat niemand aan mijn been mocht komen. Ik zou snelwerkende pijnstilling krijgen, dan een brace en dan pas verplaatst. Ik was wat geruster.
Ik had het niet koud, maar trilde en klappertandde, maar dat was volgens haar de adrenaline.
Toen kwam Jelle, een doortastend type dat zich niet door mijn instructies liet afleiden. Hij legde me volledig in de olie en binnen no time lag ik te spacen in de ambulance.
Toen wilde ik hem allerlei complimenten geven, maar met droge en opgezette mond van al die drugs, kwam het er niet echt in de juiste volgorde uit. Ik begreep er zelf eigenlijk ook niks van. Met gierende sirenes werd ik naar de eerste hulp gebracht, want de interne bloeding kon gevaarlijk zijn. Er moest een scan gemaakt worden en dat werd volgens hen geen pretje. Maar ze zeiden dat als het niet ging door de pijn er een andere oplossing zou worden gezocht, terwijl iedereen wist dat er geen andere oplossing was. Dat doet wonderen. Je krijgt onmiddellijk het idee dat je zelf alles bepaalt. En daarmee komt de rek. Dus het lukte ondanks de pijn.
Daarna moesten mijn laarzen uit en werden er gewichten aan mijn been gehangen, wat eigenlijk veel erger was dan twee keer verplaatst worden van bed naar scan, maar ik gaf nog maar wat complimentjes omdat je nooit weet hoe dat de behandeling verzacht.