We waren te vroeg, dus mochten we op verkenning uit. De hut was tegen een heuvel gebouwd, er waren trappetjes, twee terassen, er stond een Weber, en er was een hangbrug naar een volgende boom, waar een uitkijkpost was.
We wilden er wonen.
Op elk trappetje werd ik neergezet, en als laatste wilde de fotograaf toch nog even de loopbrug doen. Dat eindigde bijna in een val van de schone kunsten.