De jongste vroeg of het klopte dat 'wij' Amerikanen gek vonden. Ik werd gered door opa. Die bracht onmiddellijk Trump naar voren. Ik haakte er gretig bij aan. Toen kreeg de vader een telefoontje. Hij polste met een blik razendsnel zijn vrouw, zij knikte, hij nam op en ging op mijn terras zitten bellen. Intussen kocht opa een exemplaar van Waantje en daar moest natuurlijk een opdracht in. In de zitkamer barstten de meisjes in huilen uit. Ze gingen met hun rug naar mij toe op mijn trapje zitten. De moeder in het midden, een arm om elke schouder.
Ik keek naar opa. Ze hadden de hond moeten laten inslapen. Het was zo intens triest dat ik van de weeromstuit meehuilde. Maar opa vond dat blijkbaar niet genoeg. Inmiddels was de familie aan het facetimen met iemand die naast de overledene zat en ik moest van hem gaan kijken. Dat wilde ik niet. Hij bleef aandringen. Uiteindelijk sloop ik op mijn tenen tot achter het gezin, vader zat er nu ook bij, keek naar de labrador die dood op zijn zij lag en sloop weer terug. Niemand had wat gemerkt.
De meisjes bleven maar huilen, en opa vond het toen opeens een goed idee dat ik de opdracht die ik voor hen had geschreven even zou voorlezen. Ik zei dat ik dacht dat ze daar op dit moment niet op zaten te wachten. Ik liet mijn eigen mening nog even buiten beschouwing. Juist wel, vond hij. Dat zou ze afleiden. Ik moest in het midden van de zitkamer gaan staan en de meisjes voor mij. Ik keek in betraande ogen en fluisterde dat ze anders moesten gaan staan, met hun rug naar de camera toe. We schuifelden een kwartslag. Op het teken van de moeder begon ik. Dat was prima, maar ik moest het ook nog even in het Nederlands doen. Ik draaide de zinnen in de knoop en dacht: ach wat maakt het uit, om onmiddellijk daarna te denken: straks laten ze dit horen aan iemand die Nederlands verstaat en dan klopt er geen hout van, dus ging ik weer mijn best doen om uiteindelijk iets totaal onbegrijpelijks voor te lezen.