Ik was vroeg op pad. De enige in de winkel. Toen ik drie stuks uit het rek haalde schreeuwde een afschuwelijke verkoopster zonder mensenkennis 'Jij hebt er zin in!'
Ik onderdrukte de neiging neerslag van kleren te creëren.
Toen wilde ze weten of ik koffie wilde. Ik bedankte haar. Haar: 'Okey...' had een verongelijkte toon. Ik deed háár iets aan ipv zij mij.
De felgroene jurk had een fantastisch model, kon gewoon niet beter, maar ik twijfelde over de veel te drukke print. De afschuwelijke bood aan een foto te maken, dan kon ik het beter zien. Zij zelf was er weg van. Dat vond ik verdacht.
Ik appte W.
'Hm. Tja. Wel heel kerstig. Twee ballen als oorringen en je bent een wandelende kerstboom.'
Ik vertelde de afschuwelijke dat ik als kerstboom werd ervaren.
'Dat kan alleen maar een man zeggen, zoiets.'
'We hebben hun eerlijkheid wel nodig,' zei ik.
'Dat vraag ik me af. Dat vraag ik me echt af...' zei ze hoofdschuddend. En ze bleef maar herhalen:'Kerstboom! Nu krijg ik het niet meer uit mijn hoofd.'
Ik kreeg medelijden met de jurk en zag haar er voor aan deze anekdote te vertellen aan elke vrouw die de kerstboom aantrok. Zo kwam dat ding nooit de winkel uit. Ik sommeerde haar dit niet aan volgende te vertellen.
Dat zou ze niet doen.