Ook bij Lumières was het onbedaarlijk vol. We lieten ons niet kennen, propten onze kletsnatte jassen in een dampig kluisje, gooiden de paraplu ergens in een hoek en liepen over de hoofden naar binnen.
De eerste keer dat ik in Parijs naar een voorstelling ging werd ik van mijn voeten geblazen. De gigantisch geprojecteerde schilderijen van Klimt en Hundertwasser maakten een onuitwisbare indruk. Ik liep door het goudgestrooide decor, de kunstwerken op de gigantische muren veranderden van vorm, driehoeken werden cirkels, muren brokkelden af, geometrische figuren spatten uit elkaar.
Ik had me vooraf al afgevraagd of destination cosmos datzelfde zou oproepen. Maar eenmaal binnen wist ik dat het in de verste verte niet geëvenaard werd.
Na afloop keken we elkaar aan. Dit was het niet. Nee. En W vond dat bij elk slecht beeld elke euro boven de 12 negatief ging meetellen. Dan constateerde je toch al te scherp dat je naar een bakstenen muur keek waar de beelden op geprojecteerd werden. Voor 17,50 moest die hele fucking cosmos zich op een andere manier openbaren. Dat onze vriend Kuipers lachend rondzweefde in z'n raketje was duidelijk niet genoeg.