Deze week komen er zeven nieuwe mensen. Wij, de blijvers, zien er met z'n allen tegenop. Nieuwe huisgenoten, opnieuw aftasten of de ongeschreven ingesleten regels opgevolgd gaan worden. Zijn de etenswaren op jouw eigen kleine plankje wel veilig, zal iemand het in zijn hoofd halen op jouw tijd onder de douche te gaan staan, of gaat hij misschien op jouw plek aan tafel zitten of in de grote leunstoel in de zitkamer met de door jou geregelde leeslamp?
Aarrrghhh. En intussen gewoon doen alsof het allemaal niet uitmaakt.
R nodigt me uit voor een kopje thee in het totaal verlaten huis (daar wonen normaal 8 mensen). Ik krijg een rondleiding, inclusief het openen van de ijskast met daarin etenswaren van degenen die de maand voor ons vertrokken.
We oefenen eindeloos de namen van de kunstenaars die komen en de plaatsen van herkomst, niet dat dat iets oplevert behalve een lekker wij-zijgevoel.