Om vijf uur 's morgens moesten we op Schiphol zijn. Met een gat in mijn heup waar de appelboor in had lopen bikken viel dat nog niet mee. Al bleek dat gat bij het lostrekken van de pleister een piepklein stipje, waar een rechtgeaarde mug meewarig naar zou kijken.
0 Comments
Ik mocht met een roesje de behandeling ondergaan. Van tevoren probeerde ik mezelf van de zenuwen af te helpen door steeds te herhalen dat een roesje een luxe was. Het mislukte. Ik trilde van de tafel af. Drie schatten (anesthesist, laborant, radioloog) waren met me in de weer om mijn lichaam rustig te krijgen zodat er überhaupt een biopt genomen kon worden.
Van de anesthesist wilde ik de zekerheid dat ik er totaal niet bij zou zijn. Ze zei dat ze eerlijk wilde zijn: het zou kunnen dat ik ze zou horen praten. Ik flipte. Door met haar gezicht heel bij dat van mij tegen me aan te praten - ik zag alleen haar ogen - kreeg ze me weer enigszins normaal. Totdat ze het infuus in mijn hand zette: moord en brand, maar toen wist ik nog niets van èchte brand. Daarover kon ik pas meepraten toen ze het venijn in mijn arm spoot. Ze had verteld dat het een beetje kon branden, maar dit was brand. Ze rende weg voor een zwaardere lokale verdoving en ik denk dat ze toen ook - heel liefdevol - besloot mij er hoe dan ook totaal onder te krijgen. In het boek over de zin van het leven, van Fokke Obbema, had hij het over de engelen van het OLVG. Ik kan dat beamen. Op C6 nam S mij onder haar hoede.
Ik denk vaak dat verpleegkundigen niet half beseffen hoeveel verschil ze kunnen maken. Ze had mij beplakt met verdovende pleisters die ze normaal gesproken bij kinderen gebruiken. Een op hand en een in elleboog zodat er waar dan ook geprikt kon worden. Toen iemand anders mij met bed en al naar radiologie bracht vond ik dat erg. Gelukkig kwamen we haar tegen in de gang en vroeg ze aan haar collega of ze het over zou nemen. Ik riep vanuit mijn bed (ik zag haar niet eens) Ja, graag! Mijn normale schroom om iemand te kwetsen was verdwenen. Eigen angst eerst. Ze nam het over. Dit soort verpleegkundigen zijn de reddingsboeien die je nodig hebt om onderzoeken te doorstaan. Het fijne aan deze periode is dat er altijd een goed excuus is om iets te doen (lees geld uit te geven). Dit keer was het Italia Oggi die volgens mij de beste scroppino's van de stad maakt. Ik was er minimaal twee jaar niet geweest, maar werd bij binnenkomst hartelijk omhelsd door de eigenaar wat mij een enorm grootstedelijk gevoel gaf. De eigenaar en ik doen net alsof ik elke dag een ander etablissement aandoe, dus koesteren we samen de keuze voor zijn nederige restaurant, natuurlijk kent iedereen me bij naam, ben ik niet die beroemde ...?
Maar goed dat niemand hoorde wat die beroemde ... van de rekening van de scroppino's vond. W moest naar een lunch waar hij totaal geen zin in had. Hij had al een paar keer tegen zijn man gezegd dat hij liever bij de haard een boek las. Ik kon me daar van alles bij voorstellen.
We namen afscheid op het tuinpad. 'Ik heb geen zin!' 'Ach, het is leuker dan kanker.' De boot van de overburen heeft een laag raam. Als iemand door de zitkamer loopt zie je een onthoofd lichaam rondlopen. Op zich een geinig effect, maar vanmorgen liepen er grote witte billen heen en weer. Ik zie ze vaker. Maar vandaag was het anders, misschien vierden ze het weekend was. Ze bleven maar bloot.
Het is net als bij de tv, je ogen worden er toch naar toegetrokken. De omlijsting van het raam de tv-rand. De man bleef maar heen en weer lopen. Dikke buik naar voren. De ene kant op was het beeld één groot wit billenvlak, de andere kant op was voor kijkers van boven een bepaalde leeftijd. Na een paar ijsbeerbanen had hij sokken in zijn hand. Ik vreesde het ergste, maar met de sokken werd niets gedaan. Toen kwam en een telefoon in beeld, arm gestrekt naar voren. Een videogesprek. Ik had E heel lang niet gezien. We dronken thee en deelden kankerverhalen. E stond op een gegeven moment op en trok haar trui en bh omhoog en legde nauwkeurig uit wat ze met welke borst hadden gedaan. Toen trok ik mijn trui en bh omhoog en specificeerde ook het een en ander.
Plotseling zagen we onszelf zo staan. Voor het raam. Het huis lag tegenover het station, de ramen waren groot en schoon. Ik kon niet helemaal inschatten of de treinreizigers een aparte middag hadden. Na het bloedprikken liepen we door het park. We gingen lunchen in Het Tropenmuseum. Ik bestelde zonder vooropgezet plan een witte wijn. Toen ging ik het zitten rechtvaardigen met: het is mooi weer, ik ben met Paul, zo direct krijg ik uitslag, what the fuck.
In het ziekenhuis was een mondkapje verplicht. Plotseling was ik erg blij met dat gebod. 's Ochtends belde een assistente om te zeggen dat degene van de dag ervoor had moeten zeggen dat er ook bloed geprikt moest worden voordat de CT-scan gemaakt kon worden.
Ik wilde mijn harnas uit de kast pakken en met paard en zwaard de afdeling opstormen. Gisteren had ik in alle rust bloed kunnen laten prikken, vandaag was dat anders. Het goede mens zal niet beseffen dat haar misser stress oplevert en dat het knullige afstraalt op de rest van het ziekenhuis. Als ze een administratieve kracht niet eens foutloos kunnen laten werken, hoe zit dat dan met de chirurg? Teentje meer of minder.. ach...? Ze zal zich niet realiseren dat door niet te weten waar je aan toe bent qua ernst van de diagnose, stress heel makkelijk omslaat in paniek. Maar goed dat ik geen borstvoeding geef. De assistente belde me om een spoed-ct-scan in te plannen, dus ik had wel het gevoel dat ze het misschien iets beter had kunnen voorbereiden.
'O, u kunt morgen komen? Moment dan pak ik de spullen erbij. Wat u allemaal moet doen en zo...' 'En zo,' dacht ik. In de morgen ontbijt met thee. 'Mag koffie ook?' Ze had geen idee. Ik mocht wel de hele dag water drinken. En thee? Ze had geen idee. 'Geeft u borstvoeding?' Ik gaf neutraal antwoord, maar vroeg me wel af of mijn dossier misschien donkere gaten vertoonde. Ze ging door. 'Verder is het belangrijk dat u geen metalen kleding aantrekt.' Oke. Deze keer dus niet in maliënkolder komen opdraven. Paul zat in de gang te wachten. Een onwaarschijnlijke gewaarwording, omdat ik het in 2013 - natuurlijk met lieve steun van familie en vrienden - toch alleen moest doen. We liepen door de herfstavond naar hotel Arena. Ik belde met de huisartsenpraktijk om te zeggen dat mijn huisarts niet naar huis mocht voordat ze mij had gebeld met de uitslag en haalde adem.
In de bar kwam de ontspanning. Volgens traditie bestelden we de duurste en de goedkoopste wijn en proefden blind. Net nadat ik tegen Paul had gezegd dat ik er echt een heel goed gevoel over had ging de telefoon. Ik verdween naar de gang. Uitzaaiingen in heup. Ik mocht niet meer wandelen want mijn bot kon breken... Later, veel later keek ik op mijn stappenteller. Ik had die dag 16,7 kilometer gelopen. We namen een taxi. Toen ik door de laborant naar de kleedruimte werd gebracht bedankte ik haar voor haar lieve steun. Zij vond dat ze gewoon haar werk deed. Ik vertelde haar dat ik uit eigen ervaring kon vertellen dat er mensen zijn die er een andere werkopvatting op na houden. Dat vond ze fijn om te horen. Er was een klik, zei ze.
Ik deed de broek die ik voor het onderzoek had gekregen weer uit, vouwde hem op en vroeg me af hoeveel onuitwasbare angst daar in zou zitten. Halverwege de gang kwam de laborant me achterna rennen. Ze had de radioloog gebeld, hij zou er meteen naar gaan kijken. |
Blog t/m sept 2016 |