'Ben je bang voor een biopt?!' vroeg de ervaringsdeskundige aan mij. "Nee joh, dat is zo grappig, vijf man naast de CT-scan (ik dacht 5?!) die heel plechtig een pakje openden. Zat er gewoon een boor van de Gamma in! Net zo een!'
Klopboorgeluid nestelde zich gezellig in mijn oren om daar niet meer uit te gaan.
Toen ik geen verhalen wilde horen over een botinfuus en ik alerter was geworden en tot drie keer toe zei dat ik er niks over wilde horen, frommelde ze er toch in dat ik ab-so-luut de bijsluiter moest lezen (alsof ik dan zou zeggen: joh, laat dat infuus maar zitten). Maar ze had nog een uitsmijter: dankzij dat botinfuus wist zij nu dat er oncologische tandartsen bestonden.
Laten we zeggen dat P er veel werk aan heeft gehad om mij weer rustig te krijgen. Visioenen van tanden die los gingen zitten waren nog de beste.
Iemand anders tegen P: 'Jij gaat het nog héél zwaar krijgen. P reageerde wellicht te laconiek. 'Nee, echt! Jij gaat hier nog met wallen onder je ogen hier rondlopen!' En tegen mij: 'Ik ga het hem nog wel vertellen hoor, hoe zwaar hij het krijgt.'
Ik nam het serieus. Als P en ik nu door de stad lopen of gezellig bij het vuur zitten, wijs ik hem er weer even op: 'Jij gaat het nog héél zwaar krijgen!' En dan kunnen we er weer tegenaan.