Daarom had ik nog een follow-up gekregen en toog ik met de psycholoog naar het park. Op het veld speelden zo'n tien honden met elkaar, waaronder zo'n enge agressieve. Vanaf een afstand bekeken we het tafereel, en moest ik vertellen wat mijn gedachten waren. Midden in zo'n gedachte blafte er vlak achter mij een hond. De psycholoog schrok ook.
Terwijl mijn hart nog in mijn keel bonkte stelde ze voor naar de eigenaar van de vechthond te gaan. 'Gewoon een praatje maken, ga je mee of blijf je hier staan?' Ik ging mee, ook ingegeven door het feit dat ik anders niemand had om snel achter te gaan staan.
Het bleek een Spaanse zwerfhond te zijn die altijd alert bleef (oren naar achteren) maar volgens de eigenaar o, zo lief.
Ik zag dat de oren continu plat op haar hoofd lagen, keek even heel snel in de ogen van de hond - nooit aan krachtmeting willen doen - en vroeg me even af hoe de stand van mijn eigen oren op dat moment was.