Toen was mijn fantasie uitgewerkt, vond eigenlijk een goede fles wijn belangrijker. Dus togen we met bijna de hele familie - er ontbrak maar één zus - naar de wijnwinkel. Met z'n vijven stonden we in de kleine winkel vol torens van flessen ons best te doen niks om te gooien. De wijnhandelaar raadde een fles aan, maar zei dat die wel vijftien euro was. Mijn vader nam er twee.
'O, jullie hebben echt wat te vieren...?'
Wij hielden stijf ons mond. Het is tenslotte een dorp ook al heeft het stadsrechten.
Daarna bevolkten we de bakker. Kozen taartjes en koekjes uit.
'O... jullie hebben iets te vieren?'
Je kan dit natuurlijk ook gewoon 'medeleven' noemen.