Samen met S nam ik de tram naar C. Ik begreep mijn hoofdpersoon.
'Om vijf uur neemt ze weer de 26. Muziekgebouw. Kattenburgerstraat, Rietlandpark, door de tunnel. Het gevoel afgesneden te worden neemt toe en is compleet bij de Zuiderzeeweg. Waar te gaan als je hier uitstapt? Steigereiland. Hadden ze geen geld voor. Vennepluimstraat. Niets te vinden. Ze hebben een appartement in het lelijkste blok van heel IJburg weten te bemachtigen, op de IJburglaan.'
C woont op de IJburglaan. Mijn personage stapt uit bij Diemerparklaan. Wij ook.
Het appartement is groot, modern, licht, prachtig ingericht, Eames om op te zitten en spermazoïde kunst aan de muur, inloopkasten, verstopte deuren. De gigantische etage lijkt verdomd veel op het appartement dat ik beschreef. De ervaring van C met IJburg is identiek aan die van de hoofdpersoon. Mijn verhaal eindigt met een noodkreet van de rookmelder die eraf wordt gerukt.
C wijst ons op de rookmelder die er nooit heeft gezeten.