'Wat stinkt hier zo?' vroeg ik, 'Iets chemisch!'
'Iets stinkend chemisch? Bedoel je mijn aftershave?'
Plotseling hing er een penetrante geur in het appartement van P.
'Wat stinkt hier zo?' vroeg ik, 'Iets chemisch!' 'Iets stinkend chemisch? Bedoel je mijn aftershave?'
0 Comments
Ik nam een gemengde groep 3,4 over. Een meisje zat onderuitgezakt met haar hand onder haar kin. Het beeld kon niet duidelijker. Ik vroeg haar of mijn gedachte klopte. Ze knikte boos, maar wilde wel antwoord geven waarom ze totaal geen zin had. Meester F moest gewoon weer voor de klas staan, díe was leuk. Ik begreep haar goed en beloofde dat ik mijn best zou doen. Dat vond ze een goede afspraak. Toen ze het zelfportret van klei aan de klas liet zien, vroeg ik wat ze goed kon.
'Turnen.' 'Doe maar even voor.' Hop, ze zat al in spagaat. Aan het einde vroeg ik hoe de groep de les had gevonden. Het meisje was enthousiast. Nu was het een jongen die riep dat hij het allemaal oersaai had gevonden. 'Waarom vond je het saai?' vroeg ik. 'Dat tekenen, niets aan.' 'Teken jij toevallig altijd hetzelfde?' Hij knikte enthousiast. Uiteindelijk begreep hij wel dat hij zelf wellicht meer invloed had op het geheel dan gedacht. Met de kabelbaan omhoog om daar na een aantal uur in een tropische tuin rond te dwalen. P moest vergaderen, we gingen op een terras van een verlaten huisje zitten en voelden ons grootgrondbezitter. Het grote huis op het terrein was ooit een hotel geweest, P vond dat daar heel goed een Artist in Residency gestart kon worden. Een zooitje kunstenaars in het huis die ook 's avonds na sluitingstijd over het terrein zouden dwalen.
Ik heb mijn kamer al uitgezocht. De tocht was adembenemend. Langs steile kliffen, links en rechts oceaan, berg op berg af om aan het einde van de route een restaurant te vinden waar mannen met flyers ons probeerden te overtuigen met de boot terug te gaan.
We wisselden van huis. We verlieten het noorden en reden naar het zuidoosten. Toen de eigenaar het automatische hek van het landgoed opende, wisten we dat we weer goed zaten. Stapvoets reden we door de 4 hectare tuin. De landlord (ca 75) liep voor ons, mondkapje op, gebogen rug, Gooische broek, al was hij bruin ipv rood, en schoenen met kwastjes. Het beviel me wel om zo over het landgoed te worden geleid. We reden langs het grote huis, rode sportauto in de garage, langs een ander huis dat ook verhuurd werd en kwamen via de kippen van wie ons eieren was beloofd, bij ons eigen huis.
We verkenden het landgoed, lagen op de tuinstoelen in de zon, dronken onze eerste en laatste poncha in het dorp, lunchten in een restaurant waar alleen maar lokalen kwamen en waren tevreden. Dat werd 's avonds nog versterkt toen we de open haard aanstoken en constateerden hoe stil het hier was. Vandaag was het een stormachtige dag. Regen, zon, regen. We lunchten in een een tent op het strand waar we helemaal alleen op de eerste etage de gigantische golfen zagen en hoorden breken. We vierden dat mijn nieuwe kinderboek af' is.
Van de weeromstuit kocht ik gebreide wollen sokken met kwastjes. 's avonds gierde de wind om het huis. Wij keken een film en hadden het goed. Om de zoveel tijd proostten we. Een nieuw boek af is een mijlpaal waar geen regenbui afbreuk aan doet. We hebben een onverwarmd zwembad bij het huis. Dat betekent een ochtendduik. Het gekke is dat het me ontzettend veel moeite kost. Niet dat ik zo makkelijk in de 8 graden van de Amsterdamse gracht spring, maar hier wordt alles geacht warm te zijn. Ook het water. Maar we doen het. En staan dan zo'n twintig minuten onder de gloeiend hete douche om warm te worden. P suggereerde dat de eigenaar beter het zwembad kan verwarmen.
De wekker moest gezet omdat we mijn oeroude cliché-droom gingen uitvoeren: zwemmen met dolfijnen. Met 14 mensen gingen we de oceaan op. Ik bekeek ze eens goed: waren het types die hun huis versierden met bordjes Welkom, Kitchen of Happiness? Het leek mee te vallen.
Er zaten ook mensen die alleen maar Whales wilden watchen, maar die werden voorin de boot gezet, alsof zij een totaal andere tocht gingen beleven. We kregen instructie. Per vier de boot uit, aan het touw blijven hangen, vooral niet in het water plonsen want dan waren de beesten meteen weg. Ik keek eens voorzichtig naar de dikke Duitse naast me. Gelukkig werd ik in de groep voor haar ingedeeld. Eigen dolfijn eerst. Ze vroeg benauwd aan de instructeur of ze via die dikke bootrand weer omhoog moest... Ik kreeg er beelden bij. De boot vloog de haven uit en binnen no time hadden we een groep bottlenose dolfijnen te pakken. Ze sprongen hoog op uit het water, zwommen langs de boot, ze zwommen zelfs in formatie van drie alsof ze speciaal voor ons iets ingestudeerd hadden. Misschien was dat wel om de teleurstelling te verzachten: met deze soort konden we niet het water in. We raceden naar een volgende plek. Daar was een walvis gespot. P zag het water als eerste naar boven spuiten, een deel van zijn kop volgde, maar ik vond dat toch minder spectaculair, al was het idee dat zo'n staart of kop vlak naast de boot omhoog kon komen ook heel spannend. Als laatste mochten mensen die dat wilden overboord springen zodat de zittenblijvers naar onze manoeuvres konden kijken. Gezien mijn fysieke gesteldheid vond P het verstandig om onze eerste wandeltocht op Madeira rustig te beginnen. Ik was het ermee eens. We liepen langs levada's (watertransportsysteem) en het was geweldig. Niet dalen of stijgen, makkelijk begaanbaar, niks aan de hand. Aan het einde zouden we door wat grotten moeten en hadden we een zaklamp nodig. Bij die tekst had ik niet nagedacht. Behalve dan dat het handig was dat we geen zaklamp mee hoefden te nemen omdat de telefoon alles had wat we nodig hadden.
P ging voorop. De eerste tunnels waren zo'n 15 meter, maar de vierde was van een heel ander kaliber. Een kilometer lang. Op zich niet zo erg, behalve als je op een smal randje moet lopen, de rotsen uitsteken en je met gebogen hoofd het traject moet afleggen. Op de rand van de levada hing ik binnen dertig meter met één hand in doodsangst aan de rotsen. In de andere had ik mijn iPhone. Het was een mengeling van valvrees en claustrofobie. Ik ben daar niet sterk in. Zeker niet als er dan ook nog Duitse toeristen zijn die, lekker efficiënt uitgerust met een mijnwerkerslamp op hun kop, langs je willen. P vond dat we terug moesten gaan omdat de route niet ver na de tunnel zou stoppen en we dit hele feest nog een keer moesten herhalen. Maar op de een of andere gekke manier was dat voor mij geen optie. Ondanks mijn tranen gingen we door. Tot mijn angst zo groot werd dat ik op dat kloterandje ging zitten en mijn schoenen en sokken uittrok en het water instapte. Ik zou wel zien hoe glad het was. Glad was het niet, maar wel ijskoud. Het interesseerde me geen reet. Net zomin als de blikken van de mensen die mij aan de andere kant op bevroren blote voeten zagen lopen. Een oplossing is een oplossing. Niks zo vakantieachtig als om half vier opstaan om naar Schiphol te gaan en opgewekt extreme bedragen neer te leggen voor twee kopjes koffie.
De vliegreis naar Madeira duurde vier uur. Het stijgen was gelukt, maar over het landen was ik nog niet zo zeker. Deze baan behoort tot een van de tien meest 'uitdagende' landingsbanen ter wereld. Uitdagend vind ik geen adequaat woord. In 2000 hebben ze hem van de weeromstuit - omdat bij piloten blijkbaar ook een einde aan de rek aan gevoel voor avontuur zit - verlengd. Maar dan nog hebben piloten speciale papieren nodig om hier te mogen landen. En precies bij deze landing krijg ik het voor het eerst van mijn leven voor elkaar om niet mee te remmen. |
Blog t/m sept 2016 |