In de eerste klas. naar Parijs. Het was zoals het klinkt. Klasse. Ik had nog nooit in Parijs gefietst en met een rugzak op is dat een grappige belevenis. We gooiden onze spullen op bed en liepen vier dagen lang kriskras door de stad, aten bij Bouillon Chartier, kan niet mooier, vergaapten ons nog een keer aan Rodin, verdwaalden in het Louvre, struinden door Shakespeare and Company, en vonden dat Atelier de Lumière deze keer tegenviel. P filmde alles. Nu is er een avondvullende voorstelling met de twee duifjes in de hoofdrol.
0 Comments
Ik ben altijd te vroeg. Er kunnen nog vulkanen uitbarsten, lawines loskomen, aardverschuivingen plaatsvinden. Dan nog: ik ben op tijd. Maar als je meerijdt kan je niet echt eisen stellen. Een uur was zéker genoeg, geen zorgen.
De zorgen begonnen zich te verder te ontwikkelen toen we compleet stilstonden. S had dit nog nooit eerder meegemaakt. Het was wel vreemd. Haar telefoon gaf aan dat ik een half uur te laat zou zijn. Ik berustte. Prentte het woord 'overmacht' in mijn hoofd. Ik was veertig minuten te laat, maar de elektricien was nog niet te bekennen. Toen hij binnenkwam - een man van 2 meter - stampte hij door de boot en vroeg waar de pomp was. Ik maakte het luik open. Een luid gepiep kwam ons tegemoet, evenals een niet te harden stank. De oorzaak van de kortsluiting. Voor hem niets aan te doen. En weg was hij. De pompman moest komen. Intussen haalde ik alle dozen en zakken en kisten onder de vloer vandaan die voor het grootste deel kleddernat waren en begon met grote tegenzin alles schoon te maken. Pompman kwam, maakte het - dachten we -maar toen hij weg was stopte alles er weer mee, hij kwam weer terug, en ik bleef maar Eucalyptus reiniger gebruiken. De afvalberg bij de voordeur werd steeds hoger. De huurder wist inmiddels dat hij de oorzaak was, hij had ondanks alle waarschuwingen in manuals en stickers op de wc blijkbaar iets anders dan wc-papier in de pot gegooid. De arme man voelde zich zo schuldig dat ik niet kwaad kon worden. Ik raadde hem een lange wandeling aan. Dat deed hij, maar de wandeling was toch niet lang genoeg, ik zwaaide nog steeds met mijn duizenddingeneucalyptusdoekje over de zeiknatte spullen toen hij weer binnenkwam. Toen ik eindelijk klaar was, borg ik alles weer op en deed net of ik de vloer vol vochtvlekken niet opmerkte. Aan mijn goedheid zit ook een einde. Ik was van 10 tot 5 bezig geweest. Het was genoeg. Om 21.30 kreeg ik een bericht van mijn huurder: alle stroom was uitgevallen. Dat zijn geen prettige berichten als je in de Betuwe zit. Gelukkig heb ik een hulpvaardige bootbuurman, bij hem werkte alles, hij ging wel even in de stoppenkast op de kade kijken. Alles goed. De oorzaak onvindbaar. Ik moest voor maandagochtend een elektricien bestellen. De huurder ging naar bed. In het donker.
Ik ben een stresskip eerste klas met dit soort dingen. Lag de hele nacht te malen. Wat als de huurder dit onoverkomelijk vindt, wat als ze het niet kunnen vinden, wat als die elektricien de hoofdprijs vraagt, wat als... Oplossing: twee woorden uit mijn vocabulaire schrappen. Heb ik nergens meer last van. Ik wilde schilderen zoals H dat deed. Of hij het mij misschien kon leren? On-mo-ge-lijk!
De verontwaardiging was groot. Portretten waren het allermoeilijkste wat er maar was. Dat konden maar weinig mensen. Ik knikte instemmend. Hij bleef maar zeggen dat het niet kon en dat ik gek was. Dat bleef ik hardnekkig negeren en benadrukte dat hij geniaal was en ik er toch niks van zou bakken (terwijl ik dacht: wacht jij maar eens even af) maar het wel wilde doen. Toen hield het gestribbel op. Ik moest dan maar een foto uitkiezen. 'NEE! Die is veel te moeilijk!' 'Deze dan?' 'Ook niet! Je moet er een en profil hebben.' Had ik niet. Dus werd het een moeilijke. Ik was lekker bezig en leerde trucjes van de meester, waarvan ik de meeste overigens al kende. Maar ik zat er met mijn neus bovenop als hij mijn kwast afpakte om iets te laten zien. H maakte het rechteroog. Ik had een mooie linker die er echter totaal niet bij paste en toen ik zag hoe hij ogen deed, wilde ik dat ook proberen. Nog niet gelukt. Vlekken gaan me echter goed af. Ook in Culemborg stonden we om 06.15 op zodat we van half zeven tot half acht konden lopen. Maar hier sloten we af met zwemmen in de Lek ipv de gracht. Met gemak zwommen we uit de kleine inham en vonden het op een gegeven moment genoeg. Terug was plotseling een heel ander verhaal. We moesten tegen een forse stroming in zwemmen, zo erg dat we nauwelijks vooruit kwamen. We keken elkaar aan en zetten extra kracht, beseffend dat het maar goed was dat we niet naar het midden van de rivier gezwommen waren. We haalden het, en waren blij met de grond onder onze voeten. Maar eenmaal veilig gaf het gevecht wel net een extraatje aan ons ochtendritueel.
We sliepen voor het eerst in het seizoen in de datsja. Opmerkelijk omdat ik er normaal gesproken al in april bivakkeer. Maar vanwege douche- & wc-perikelen was dat niet mogelijk.
Het is daar heel normaal om 's nachts allerlei ondefinieerbare geluiden te horen. Ik heb eens een nest ratten, steenmarters, of woelmuizen onder mijn huisje gehad, maar zeker was ik er niet van. Dus ik was benieuwd. Alleen maar omdat P naast me lag, dus hij kon inspringen als het eng werd. Halverwege de nacht attendeerde ik hem op een geluid. Eerst hoorde hij niets, zo subtiel was het. 'Het klinkt als een smakkende kikker,' zei ik. Toen hoorde hij het ook. Op dat moment konden we niet vaststellen of het in het huisje was of buiten. P sliep weer in. Ik kon niet slapen. Die tijd gebruikte ik om het geluid thuis te brengen. Wat uiteindelijk lukte. Het was de ijskast die zich anders voordeed. Vandaag gaf ik de workshop poëzie aan groep zeven. Op mijn vraag wie er wilde voorlezen gingen er veel vingers omhoog. Ik had maar tijd voor een paar, en gaf de volgende opdracht. De kinderen gingen aan het werk en een jongetje stak zijn vinger op. Ik knielde naast zijn tafeltje. Zonder me aan te kijken zei hij: 'Ik word heel agressief als ik de beurt niet krijg.'
Ik moest ontzettend lachen, maar hield me in. Hij zat doodkalm aan zijn tafel, nergens zag ik tekenen van ingehouden agressie. Zijn hand lag rustig op zijn werk. Ik zei hem dat het goed was dat hij het vertelde, maar dat het een beetje vreemd was om hem nu de beurt te geven alleen maar omdat hij agressief werd. Maar dat hij wel bij de volgende ronde mocht voorlezen. Toen die ronde kwam wilde hij niet. Wel wilde hij weten hoe ik heette. Ik zei het en op dat moment las ik wat hij had geschreven: 'Ik haat juf...' Ik nam hem mee naar buiten voor een goed gesprek, al was hij er minder over te spreken. Ik besteedde veel tijd aan het bedenken hoe ik kinderen aan het dichten kon krijgen. Zeker omdat ik zelf geen dichter ben. Maar groep zes die de zomerschool volgden lieten me versteld staan. Een meisje van negen maakte dit: De verwarring
Ik ben de engel in je dromen Ik voel de pijn in je hart Ik zie jou in mijn spiegelbeeld Ik word zo emotioneel als ik je verhalen hoor Ik heb pijn in mijn hart als ik jouw verdriet ziet Ik ruik de lekkere maaltijd die jij voor mij bereidt Ik proef de tranen die jij achterlaat F belde op dat hij ook een openhartoperatie moet ondergaan. Meteen schoten alle herinneringen aan die tijd door mijn hoofd.
Dat ik te horen kreeg dat de operatie vijf uur zou duren, maar wellicht veel langer omdat het hart er misschien in z'n geheel uitgelicht moest worden en op ijs gezet. Maar dat ontdooien hè, daar zat t em in, dat moest langzaam. Mijn operateur keek even naar mijn vader en zei dat hij dit vertelde anders maakte mijn vader zich maar extra ongerust als ik er na vijf uur nog niet uit was. Daaraan kon je merken dat zo'n man te lang met zijn mes in harten poert. Voor hem was zo'n hart op ijs heel gewoon. Ook herinner ik me dat het kleine bekertje dat op de ochtend van de operatie naast mijn bed stond niet was om door te slikken maar om mijn mond mee te ontsmetten. En de man die continu tegen mij zei: 'Inshalla, Inshalla. Hij was na mij. En de patiënt die in het AMC het portiershokje kort en klein had geslagen en nu briesend van woede tegenover mij lag. Ik zou bijna zeggen: de goede oude tijd... In het ziekenhuis We moesten onze schoenen uitdoen om het kunstwerk van Florentijn Hofman binnen te lopen. Door een toegangsbuis kwamen we in het centrum van het werk. Het was alsof we in een zeppelin terecht waren gekomen. Ik probeerde tegen de wanden op te lopen, dat ging niet echt goed, liggen des te beter. Toen zette de verstilling zich in. Alsof het groen een kalmerende werking had. Het was indrukwekkend. Vooral toen we als laatsten overbleven en konden genieten van de groene stilte.
W had een verrassingsuitje voor me geregeld. Dat zijn fijne dingen. Ik vroeg me al dagen af wat het zou worden tot hij zei: 'En vrijdag gaan we naar Schiedam, hè?'
Het is een bekend fenomeen. Zeg iemand dat hij iets niet mag zeggen, tien tegen een dat het 't eerste is wat uit zijn mond komt. De verrassing was fenomenaal. Daarna nam hij me mee uit eten in Leiden. Hij kende Leiden goed, er zaten echt goede restaurants, behalve één, daar moesten we echt niet terecht komen. Geen zorgen, keuze genoeg. Het terras onder de bomen had helaas geen plek, de tafels voor het restaurant in een klein achterafstraatje leek ons wel wat, maar toch liepen we nog even door of er wat leukers te bekennen was. Niet. We gingen terug. Binnen kijkt W om zich heen en zegt tegen de serveerster dat hij het kent. Maar hij was er niet zeker van. Tot hij naar de wc ging. Toen was het duidelijk. Van al die restaurants die Leiden rijk is, was er maar een die vermeden moest worden. Dit. Onderweg naar school kwam een man me tegemoet. 'Lekker weer, mevrouw!' riep hij. Ik beaamde. We raakten aan de praat. Hij was minimaal een kop kleiner dan ik. Hij zei dat hij slecht Nederlands praatte, uit Afrika kwam, hier al tien jaar was, en zijn ... dip had. Uw inburgeringsdiploma? Klopt ja.
Toen wilde hij het over de aanslag hebben. Hij kon er niet bij. We gingen allemaal dood. Waarom zou je dat vervroegen? Een vraag waar ik nooit bij stil had gestaan. Hij was Christen, hij wilde even in het Engels door, zo enthousiast werd hij van God, God had een bedoeling, ik was wit en hij was zwart en we konden samen leven. De bouwgeschiedenis van de douche van mijn tuinhuis kreeg een nieuw hoofdstuk. Ik kocht een geiser. De Gaskoning zelf zou hem installeren. Hij kwam binnen. Wat dat in godsnaam voor spaghetti was, daar in mijn douche? Hij doelde op de flexibele leidingen die P en W daar met veel moeite en gevloek hadden geïnstalleerd. Met een sierlijke krul liep de leiding voor mijn wc langs. Ik had allang het stadium 'Het-maakt-mij-niet-uit-als-ik-binnenkort-maar-naar-de-wc-kan-en-een-douche-nemen bereikt.
De Gaskoning schudde zijn hoofd en boog zich in de keuken over de nieuwe geiser. Waar ik de kraan had. 'De kraan?' vroeg ik, expres langzaam uitgesproken zodat ik mezelf wat tijd gunde om de ellende die zeker ging komen iets naar achter te duwen. 'Ja, de kraan!' Ik staarde naar de nieuwe geiser. Nu viel me pas op dat er geen kraan op zat en dat de oude, die inmiddels van de muur was, er wel een had. 'Eh...' De winkel was al gesloten. Dat kwam later wel. De Gaskoning wilde dat ik mijn mond hield terwijl hij bedacht hoe hij die leidingen in de keuken zou laten lopen. Het was namelijk te rommelig. Toen ik aandroeg dat het mij allemaal niks uitmaakte al kwamen er drie leidingen bij, het was tenslotte een vakantiehuisje, schudde hij zijn hoofd. Het moest netjes. Ik vulde aan: 'En goedkoop.' Hij was het voor het eerst met.me eens. Dat was nu precies het hele probleem waar hij nu over filosofeerde. Het moest netjes én goedkoop. Na tien minuten zwijgen was hij eruit. Hij maakte een tekening, legde mij uitvoerig uit hoe het allemaal zou worden, ik dreef bij de derde zin al af, tot ik bedacht dat dat stom was, want het ging toch om mijn keuken en geiser. Het kwam er op neer dat die hele slordige rommel wegging. Ik kreeg twee plaatjes tegen de muur met een kraan. Mooi. Ik was onder de indruk. 'En die kranen daar...' zei hij, zijn vinger priemde door de muur heen naar mijn douche. Ik vroeg of hij daar ook wat mee kon. 'Ik kan alles.' Dat zijn hoopvolle uitspraken voor een vrouw met twee linkerhanden en welwillende vrienden. Hij verdween in de douche en schudde weer zijn hoofd over zoveel onprofessionaliteit. Ik maakte hem nog een keer duidelijk dat het hulpvaardige mannen waren die hun hele zaterdag, en voor P zelfs eindeloos veel zaterdagen, hadden opgeofferd voor mijn douchegenot. Hij luisterde niet. Waarom ze in godsnaam dat tape hadden gebruikt?! Omdat ze dat op YouTube hadden gezien. Onontbeerlijk, wist ik omdat ze dat zo'n drie keer opnieuw hadden gedaan want de leidingen bleven maar lekken. 'Je moet niet zoveel films kijken,' gaf hij mij op mijn kop. Ik knikte beleefd. Prima advies. Niet zoveel films kijken. Hij haalde het tape eraf. 'Zo, nu lekt het niet meer.' Het kraantje van de stortbak repareerde hij ook even met een oud leertje van een andere aansluiting. Ik kreeg steeds meer respect. En toen hij de stortbak ook repareerde - het binnenstel zat achterstevoren - had ik opeens geen problemen meer. Na Frits' overlijden kreeg ik het schilderij van Meinte Walta dat hij aan mijn ouders gaf en dat ik zo prachtig vond. Het staat nog achter mijn bank te wachten om ingelijst te worden. Die plek en de duur (ca. twee jaar) dat hij daar stond werd een beetje merkwaardig na een telefoontje van mijn vader. Een ander schilderij van Walta had 175.000 euro opgebracht. Ik schoof mijn bank iets naar voren. Bekeek het ding nog eens goed. Ditmaal met een schuin gehouden kunstkenners hoofd. Ja, ik kon me daar van alles bij voorstellen. Misschien toch maar eens inlijsten.
Geintje. Natuurlijk rappie klappie naar de eerste de beste veiling, hoe veel ik ook van Frits en dat schilderij hield. Vrijheid tot ver in mijn tachtiger jaren, daar voelde ik veel voor. Tot het volgende telefoontje. Mijn vader. Hij had zich niet één maar drie nullen vergist. Opeens zag ik het. Bij de blik uit 2017 (1e foto) had ik het natuurlijk allang moeten weten. Business insider Nieuwspaal. Blauw bloed
|
Blog t/m sept 2016 |