Ik moest ontzettend lachen, maar hield me in. Hij zat doodkalm aan zijn tafel, nergens zag ik tekenen van ingehouden agressie. Zijn hand lag rustig op zijn werk. Ik zei hem dat het goed was dat hij het vertelde, maar dat het een beetje vreemd was om hem nu de beurt te geven alleen maar omdat hij agressief werd. Maar dat hij wel bij de volgende ronde mocht voorlezen.
Toen die ronde kwam wilde hij niet. Wel wilde hij weten hoe ik heette. Ik zei het en op dat moment las ik wat hij had geschreven: 'Ik haat juf...'
Ik nam hem mee naar buiten voor een goed gesprek, al was hij er minder over te spreken.