'Van wie?'
'Van L, die hier komt om uit te rusten.'
Nieuwe collega: 'Nee, zeker niet stressen. Dat heb ik de eerste dag al geleerd.'
'Van wie?' 'Van L, die hier komt om uit te rusten.'
0 Comments
Je zou denken dat als je mensen in de trein wilt aanspreken op een rugzak, je al veel te lang in het museum werkt.
Ik zit nog in mijn proeftijd. Op het moment dat ik in de Bijenkorf dacht: dit is de hel, hoorde ik achter me een man zeggen: 'This is heaven for me!'
Het is computerprogramma's, wachtwoorden- en pincodetijd.
In het museum moet ik altijd inloggen op een kassauitgifte-apparaat. Inlogpincode (een bestaande), persoonlijke code erachteraan (zelf verzinnen). Dan loop ik naar de kassa. Inlogcode (Bestaande. Een andere dan het uitgifte-apparaat). Thuis probeerde ik in te loggen op mijn museummail. Tientallen vergeefse inlogpogingen verder mailde ik met de nodige schroom de manager. Toen hoorde ik pas dat ik eerst op een computer in het museum moet inloggen voordat ik dat vanaf huis kan doen. De eerstvolgende werkdag. Computer in het museum. Gebruikersnaam, wachtwoord. Wachtwoord graag veranderen. En onthouden. En om de zoveel tijd wordt dat veranderd. Opnieuw onthouden, dus. Maakte niets uit, want ik kwam er helemaal niet in. Dat vond ik wel zo rustig. Thuis. Laptop op tilt. Dat begon met het niet kunnen ontvangen van mails. Provider wist ook niet hoe ze dat moesten oplossen want het was een Apple-programma en daar deden ze niet aan. Maar ze dacht dat het misschien handig was een ander wachtwoord te proberen. Ze gaven me er een. Die moest ik natuurlijk ook op al mijn mailontvangende apparaten invoeren. iPad, telefoon. Dat deed ik. Maar het haalde niets uit. Om het probleem op te lossen, rommelde ik wat met SSL-vinkjes die ik aan- en weer uitzette. De mailtjes stroomden binnen, om binnen een uur weer te weigeren. Maar dan kon ik nog naar de webmail. Al begon die ook kuren te vertonen. Soms wel soms niet. En het wel en niet-ontvangen van mijn mails ging ook dagen zo door. Ik wilde mijn roosterwensen invullen. Dat kan via een speciale webpagina van het museum. Gebruikersnaam, wachtwoord veranderen. Mijn laptop helpt me met ingewikkelde, niet te traceren wachtwoorden. Heel handig. Behalve dan dat je die niet helemaal in beeld krijgt, dus niet kan kopiëren voor op je telefoon. Dus daar zit je met een on-inlogbare pagina. Op een moment van werkende mails, ontving ik een bericht van de producent waarvoor ik nu werk. Ik moest de account van het bedrijf op mijn laptop zetten, gebruikersnaam, wachtwoord. Handtekening invoeren. Instellingen bijgevoegd. Binnenkomende post lukte, uitgaande niet. Apart probleem. Nog niet opgelost. Toen ik niet alleen niet verder kwam met het rommelen met vinkjes voor mijn eigen mail, maar mijn internet er helemaal mee stopte en ik de provider voor de vierde keer deze week aan de telefoon had, moest ik met mijn modem aan de gang. Geen inlogcodes, maar flikkerende lampjes, dreigende rode wereldbollen en opengemaakte paperclips om de hele godganse boel te resetten. Een half uur wachten en hopen dat het allemaal weer zou gaan werken. Zo niet, lag het aan de modem. Voor de aanhoudende mailproblematiek had ook deze medewerker geen oplossing. Ze vertelde dat ik weliswaar gelijk had met mijn strategie de webmail van de provider te gebruiken, maar die deed het helaas niet. Ik kreeg een link. Met een wachtwoord. Dat kon ik dan even proberen als mijn internet het weer zou doen. Na een half uur bidden deed mijn internet het zowaar weer. En omdat ik toen ook mail kon ontvangen - voor zolang het zou duren - durfde ik het eerder in de week gegeven wachtwoord niet meer te veranderen in iets wat voor mij logischer was. Ik had het ergens op een briefje geschreven, want het was niet welkom123. Doordat de modem opnieuw was ingesteld, was er ook iets in mijn telefooninstellingen veranderd. Vraag me niet hoe, maar nu was het opeens zo dat een mailtje weggehaald op mijn telefoon, ook uit al mijn apparaten was verwijderd. Ik was op de hoogte van die optie, maar die had ik niet ingesteld. Dus nu ga ik op zoek naar een mail die ik moet zien los te peuteren van de webmail van de provider, die het doet met een wachtwoord... Mijn zus is over uit Amerika en we spreiden haar gelijkmatig over de familie uit. Dat betekent dat ze bij mijn ouders een schoonmaakoffensief is begonnen (ze hebben een slechte schoonmaker), ze bij mijn andere zus ingezet wordt voor het herindelen van de zolder vanwege het beginnende empty nest, en bij mij kwam ze vrolijk mijn tuin in orde maken.
De verhoogde border werd afgebroken en weer opgebouwd, dit maal met planken en boomstronken zodat de aarde niet zou wegsijpelen. Daarna vulden we het geheel met bomen en struiken die elders overtollig waren. Het gras werd gemaaid, geharkt en onkruid gewied. Er werd gesnoeid, wijn gedronken, aarde gestort, tuinadvies gegeven, een prachtig model veranda uitgedacht, bollen geplant, en er werd water gegeven. Aan het einde van de dag zaten we helemaal kapot in elk hoekje van de tuin om ons werk te bezien. En toen moest er toch nog even een rand van de tuin omgehakt worden zodat het zijterras groter werd. En dan toch ook maar even die twee vuurkorven op het nieuw verworven stuk open grond zetten. De storende zijtak van de boom zonder naam moest eigenlijk ook nog even weg. En dan moet ze ook nog naar mijn broer. Voor mensen die in de jeugdzorg werken gaf ik twee keer een workshop over Waantje. Dat viel mee en niet mee. Het laatste omdat een deelnemer mij na tien minuten vertelde dat nu ik het onderwerp breder trok, hij wèl geïnteresseerd raakte. Want dat het wéér over kanker moest gaan, daar had hij nu wel genoeg van.
Misschien was hem de titel van de workshop ontgaan. Het kan. Maar vanaf dat moment was ik bezig mijn tollende gedachten te temmen en die uit alle macht met andere, betere te overschreeuwen, terwijl ik intussen verderging met mijn presentatie. Er zou nog een groep komen. Thuisgekomen nam ik een glas op de goede afloop, en liet ik Mercedes Sosa met haar Gracias a la vida over de gracht schallen. Want hoe cliché kanker ook mag zijn, het maakt het après kankerleven een tintelend en groots feest. Dus mocht u ooit op mijn begrafenis komen: dit wordt de leadsong. Bekijk vooral de vertaling eens. En zing mee. Nu en dan. De zuidelijke collega (ca. jong) die naast me achter de kassa zat begon uit het niets te stralen.
'Vanavond ga ik bij een vriendinnetje eten en die heeft twee vet leuke konijnen!' Om drie uur in de ochtend hoorde ik een verdacht geluid. Het was niet heel hard, maar toch was er iets. Ik klom op de wastafel van mijn badkamer om uit het raam te kunnen kijken. Er stond een man voor de deur. Volkomen lazarus.
'Hello! Can you sort me out?' Hij wreef een briefje van tien en vijf over elkaar. 'You're at the wrong place.' 'I'm at the wrong place?!' Briefjes harder over elkaar. 'Please go away.' 'What?!' 'Please go.' 'My god, it's me!' Hand naar zijn borst. Drama. 'I don't know you.' 'You don't know me?' 'No. And you don't know me either.' 'Ha!' 'Just go now, before I call the police.' 'You're in big trouble, my friend,' zegt hij en stommelt het trapje weer op. Ik was even bang dat hij in het water zou lazeren, maar zijn pijpen waren al nat en zijn schoenen was hij ook al ergens kwijtgeraakt. Volkomen tegen mijn zin zat ik in het ziekenhuis. Ze wilden vaststellen of ik niet toch ergens stiekem een of andere nare kanker onder de leden had. De vrouw die de afspraak maakte waarschuwde dat het waarschijnlijk wel een paar uur zou duren, dus moest ik een boek meenemen. Ik hield me in, maar er zijn ziekenhuizen waar je gewoon op tijd geholpen wordt, scans, biopten, chemo's of bestralingen efficiënt worden afgehandeld, en als je onverwacht een vraag voor een specialist hebt, wordt die er ook nog achteraan gepland zodat het je geen extra tijd kost.
Maar goed. Ik had mijn laptop mee en maakte een kantoortje van de wachtkamer. Een fijne co-assistent riep me op tijd binnen. Ik vertelde hem meteen maar dat ik het onzin vond dat ik er was. Het mooie was dat hij dat ook vond. Toen gingen we er samen toch maar tegenaan. Maar niet nadat ik hem eerst langdurig had uitgehoord over zijn co-schappen, de zusterflat en zijn toekomstplannen. Voor dit onderonsje met de co hadden ze serieus een uur gepland. Hij werkte de vragenlijst af waarbij de antwoorden konden duiden op ongewenste verschrikkingen. We kwamen bij het alcoholgebruik. 'Ik weet van een bevriend arts dat jullie het antwoord maal drie doen. Dus wat zeg ik?' '... en drugs maal vier en seks gedeeld door zes,' zei de co opgewekt. We maakten er vijf per week van. Klopt geen zak van, maar heel af en toe wel. De vragenlijst was ingevuld en omdat hij er nu helemaal van overtuigd was dat ik daar voor niks zat, wilde hij proberen de arts eerder te laten komen al werd dat waarschijnlijk moeilijk, want hij had een slechte reputatie. Ik begon er werkelijk lol in te krijgen en wilde alles over die reputatie weten. Toen installeerde ik me weer in mijn zelfuitgeroepen kantoortje en ging aan het werk. De co-assistent haalde me veel te snel weer op en we moesten de internist zien te traceren op de huisartsenpost. Daar werd ik weer neergezet, terwijl hij koffie voor me ging halen, nog nooit meegemaakt, en toen mocht ik weer wachten. Op het moment dat de receptioniste glaasjes water voor me ging halen, verwachtte ik toch een extra uitloop van het schema. Toen ik uiteindelijk naar binnen mocht was ik een koffie en twee water verder. Maar nu kon ik dan checken of de reputatie van internist klopte. Toen die vertelde over het oprichten van een specialisatiegroep in het AMC voor de ziekte van Marfan door een goede vriendin van hem, kreeg ik wel een vermoeden. Het was een fijne dag in het museum. Fransen waren agréablement surpris dat ze geen Engels hoefden te praten, ik legde een Spanjaard uit dat hij abajo moest beginnen, genoot van het geweldige uitzicht op het plein en had links en rechts leuke gesprekken met collega's en mocht om vier uur al weer naar huis.
Het werk in het museum bevalt meer dan goed. Alleen al omdat een Fransman met een fijn accent, hoofd samenzweerderig schuin omlaag, kwam fluisteren dat hij twee vragen had:
1. Where do I find a unicorn? 2. Where can I find a mailbox? Waarop ik kon mededelen dat het antwoord op vraag 1. vele malen eenvoudiger was dan die hele verdomde ouderwetse brievenbus. Ik stond vroeg op en in het donker stak ik de kaars in de Indiase lantaarn aan die ik op Gotland kocht en zette hem op mijn bureau. Onmiddellijk ging Pavlov in werking. Het zou een schrijfdag worden. En dat alleen omdat ik in Visby elke dag de lantaarn aanstak en hij, naast de zandloper, bij de rituelen hoorde tijdens het schrijven.
Soms heb ik last van tegenstrijdigheden. Ik heb mijn tuin het liefst helemaal afgeschermd van de buitenwereld, maar ik houd erg van snoeien. En als ik eenmaal bezig ben ga ik door, ook al spreek ik mezelf hartig toe dat ik af en toe moet stoppen om door te laten dringen wat ik aan het doen ben. IJdele hoop.
Toen ik de snoeischaar neerlegde was alle bescherming weg. Maar ik had wel lekker gesnoeid. |
Blog t/m sept 2016 |