We staken de pas over, reden door lege vlaktes, die veranderden in lavavelden om plotseling uitzicht op bergen te krijgen die aan de Grand Canyons doen denken. We konden alleen maar stoppen op de aangewezen plekken, ook al was er niemand te zien. Je krijgt een torenhoge boete mocht je het toch in je hoofd halen, dus sloegen we al die beelden op in ons hoofd.
Toen het licht op zijn mooiste was, stopten we bij de Godafos waterval. We waren praktisch alleen. Ik vroeg me af hoe snel je aan je einde zou komen en dacht dat waarschijnlijk iedereen zich dat daar afvraagt. Het houten huisje waar we de nacht zouden doorbrengen, keek uit op een vulkaan, en die avond zouden we ons in het warme water van Myvatn laten zakken.
A vertelde L dat het hier een must was om eerst naakt te douchen en dan pas je zwempak aan te doen en dat er vaak iemand stond te controleren. Ze praatte eindeloos op haar in. L moest doen alsof ze iemand anders was, het ultravlug afhandelen en dan zou het allemaal wel loslopen. De ervaring van de bron was te mooi om te laten schieten. Ik begreep het probleem niet goed en vroeg of het een gemengde douche was. Dat was het niet. Toen kwam er een discussie op gang over het al dan niet hygiënisch zijn van badkleding. 'That's not the point, they want you to wash your bits.' Ik vond dat mooi klinken, maar L zag het allemaal niet zitten, en toen ze het instructiebord zag wist ze dat het menens was. Ze ging dapper onder de douche staan.
Het water was veel kouder dan normaal vanwege de storm van gisteren, dus belandden we al na twintig minuten in een stenen voederbak waar het wel fijn toeven was, al was het maar om de mensen die we er leerden kennen. Het was onbewolkt, de sterrenhemel oneindig mooi. Nu alleen nog Noorderlicht. Dat kregen we niet vanuit het water, maar op het moment dat we weer buiten stonden. Ik zag wederom fantastisch Noorderlicht. Wit. We reden terug naar ons hotel en daar ging het onverminderd door. Het enige was dat de anderen bleven beweren dat het groen was. En dat was het niet. Een vleugje, op zijn hoogst. Nu begreep ik de extatische sms'jes van A beter. Nadat ik met het mes op de keel de anderen vroeg of zij dat werkelijk groen konden noemen, gaven ze toe, al was het pas na een uitgebreide verhandeling over het verschil in opnemen van licht van diverse ogen en de actuele kleurervaring. Ze zeiden dat ze groen verwachtten, dus dat het dan zo was. Aha!
Volgens mij is groen Noorderlicht de allergrootste toeristische leugen die er maar bestaat.