Ik zit in een klas met een priester en een filosofe esthetiek. Goed gezelschap om een taal eigen te maken. De priester spreekt accentloos Spaans, hij werkt hier al. Bij de filosofe echter moet je je oren op een bepaalde stand zetten om haar te kunnen verstaan. Zij woont sinds een half jaar in Cádiz. Ik ben te hoog ingedeeld, voor het gemak denk ik, maar zweef tussen de priester en de filosoof in. Een prettige positie.
Na het schooltje wandelden we het oude centrum in, herkenden straten, cafés, restaurants, winkels en markten. Dat was leuk, maar we vonden het nóg leuker om weer naar Jerez te rijden omdat dat mooier is en we het nog niet kennen.
's Avonds liepen we naar het station om te checken of we misschien beter met de trein heen en weer konden gaan. De man achter de balie had het over een kaart van tien euro die tot april geldig was en waarmee je kon reizen wat je wilde en als je 16 reizen had gemaakt kreeg je die tien euro nog terug ook. Dat maakte ik er tenminste van. Wijsgeworden door de parkeergarage-ervaring vroeg ik of hij Engels sprak. Dat was niet het geval. Dus vatte ik zijn betoog in het Spaans samen en vroeg hem of het klopte. Het klopte. P en ik keken elkaar aan en dachten er het onze van. Maar bij de andere kassa waar we de kaarten moesten kopen bleek het allemaal waar. Vooralsnog zou ik zeggen.