Het ging zo.
Een tuinstoel die in elkaar gezet moest worden. Ai. Ik heb een dergelijk exemplaar in de tuin en degenen die die stoel in elkaar hebben gezet kwamen uit de strijd met vier schroeven en twee bouten die blijkbaar nergens in pasten.
Ik had me voorgenomen om de stoel in elkaar te zetten zonder één enkel onderdeel over te houden.
In de zitkamer was alles aan de kant geschoven om deze proeve van bekwaamheid te doorstaan. Ik checkte of alle onderdelen aanwezig waren (doe ik normaal nooit). Ik legde de verschillende schroeven op volgorde (doe ik normaal nooit) zodat ik niet eindeloos naar de instructies (T-1 t/m T-8) hoefde te turen.
Het begon heel voorspoedig. Tijdens die voorspoedigheid vroeg P: 'Denk je nu waarom doe ik dit terwijl ik een man in huis heb?'
Ik: 'Nee hoor, helemaal niet.'
Haha.
Maar op dat moment meende ik het.
P verdween in zijn genealogie en ik pakte de boormachine erbij om gaten groter te maken omdat deze naar mijn idee echt niet toereikend waren.
Toen P na 1,5 uur vroeg of het ging kreeg hij in mijn gedachten een schoen naar z'n hoofd. Ik zat al ik weet niet hoe lang te mokken dat ik niet gezien werd in mijn strijd, afgewisseld met gedachten dat ik mezelf niet zo serieus moest nemen. Maar een geniepig wijverig stemmetje bleef roepen dat het toch echt onbestaanbaar was dat ik al zo lang aan het klungelen was en mijn man dat niet doorhad, laat staan zijn manlijkheid vol inzette om zijn vrouw te redden.
Het werd een lange avond.