De les begon om 19.00. Hij legde dingen uit over klei, interesseerde me eigenlijk niks, over materiaal dat schoongemaakt moest worden, idem, en tamelijk uitgebreid over het feit dat pottenbakken zeer frustrerend was en dat niemand gek op moest kijken als het de eerste les niet zou lukken. Ik dacht: dat zullen we nog wel eens zien, overtuigd door ervaring op andere creatieve gebieden, die lieten zien dat ik geen leerproces nodig had.
Toen we eindelijk achter de draaitafels mochten gaan zitten, was ik al kapot. Van het staan en van het in mijn hoofd tegenspreken en het didactisch anders invullen van de les.
Ahum.
Hij ging rustig door.
Er waren zes stappen te doorlopen en hij legde alle stappen in één keer uit zodat wij bij iedere volgende stap de voorgaande vergaten.
Didactische betweter in mijn hoofd.
Het was inmiddels 20.15. Toen pas mochten we los.
Mijn klei was niet gecentreerd, te nat en vloog letterlijk door de ruimte omdat ik niet snel genoeg de pedaal wist te bedienen. Niet één keer, maar drie keer.
Als het niet lukt om de klei te centreren dan volgt er een onbedoeld schitterend schouwspel van klei die aan het dansen gaat, en er golven ontstaan die als je ze wilt never nooit tevoorschijn tovert. Ik zei dat ik graag met een abstract werk naar huis wilde, maar intussen was ik blij dat niemand de afgelopen 75 minuten in mijn hoofd had kunnen kijken.
Af en toe gluurde ik naar mijn cursusgenoten, slechts één ander maakte er net zo'n puinhoop van als ik. De anderen draaiden met gemak een kopje of schoteltje of iets anders wat ergens op leek. Er werden foto's gemaakt en tevreden geknikt. Zo niet ik.