Of ik bang was voor kleine ruimtes. Jazeker, hoewel ik aarzelde dit te zeggen, ervaring leert dat het helemaal niets uitmaakt in de behandeling. Ze schuiven je zonder pardon de tunnel in.
Of ik zwanger was.
Blijkbaar keek ik wat merkwaardig, want ze zei: 'Het zou toch kunnen?'
'Nou, dat zou heel optimistisch zijn,' antwoordde ik.
'Hoe oud bent u dan.'
'52.'
'Wat?! Ik had u 38, op z'n hoogst 40 geschat.'
Ik vond haar nog leuker dan ik al vond.
Ze ging op luide toon verder. 'Dat doet u goed! Ik zie ze hier allemaal aan de balie. Ik kan het weten.'
Toen werd het opeens heel gezellig in het ziekenhuis.
De man van de MRI kwam me ophalen, terwijl het nog niet eens 15.00 uur was. Ik vond het science fiction (had gedacht minstens vijf hoofdstukken te kunnen doorwerken voor ik de dwangbuis in zou moeten). Hij reageerde wat gepikeerd. Het kwam wel vaker voor dat ze op tijd waren. Ik duwde nog even vrolijk verder. 'Heb ik in ieder geval nog nooit meegemaakt.'
Ik kreeg zelfs een badjas, ook voor het eerst.
Toen ik - met badjas - de behandelruimte binnenkwam, zei de verpleegkundige dat hij mij kende. Of dat kon. Ik had de man nog nooit eerder gezien en schudde mijn hoofd, de suggestie van mijn broer negerend, dat ik in zulke gevallen beetje vagelijk moet mompelen 'Waarschijnlijk van De Wereld Draait Door.'