Vanaf de Munt langs de bloemenmarkt, helemaal door naar het station. Bij de spreuk Terugkomen is niet hetzelfde als blijven, een van mijn lievelingsteksten, geschreven door Belle van Zuylen, begon ik me pas af te vragen of ik wel voor het station langs zou kunnen.
Tegen beter weten in probeerde ik het. Een bouwvakker maakte alleen de grap dat hij de kajak naar de andere kant zou overzetten, toen ik actie wilde moest hij plotseling hard aan het werk.
Ik twijfelde tussen weer helemaal terug, veel te lang, helemaal geen zin in, of via het IJ en daar de pontjes heelhuids voorbij zien te komen.
Ik hield mezelf voor dat het laatste een groter avontuur was, en, nog belangrijker, veel en veel korter. Ik had een zwemvest aan. Moest kunnen.
De gevaartes torenden hoog boven mij uit. Aan de overkant lagen er twee, aan mijn kant een. Vlak onder de reling riep ik de man die op de brug stond. 'Kapitein, denk je dat ik straks achter je langs kan?'
Ik verwachtte protesten, geschreeuw dat het IJ verboden is voor kajaks en dat het levensgevaarlijk is wat ik deed.
Hij gooide zijn hoofd opzij en zei: 'Ga maar.'
'Voorlangs?' vroeg ik voor de zekerheid.
Hij knikte alleen maar, zo normaal vond hij het.
Ik werd nagestaard door de passagiers.
Nu had ik alleen nog de pont die richting Wilhelminadok gaat te trotseren. De mensen reden van de pont af. Een rijnaak maakte zoveel golfslag dat ik me moest concentreren, maar tegelijkertijd keihard vooruit moest zien te komen om de pont voor te zijn.
Het lukte. Ik had nog maar één obstakel voor de boeg. De extreem lage brug waar ik onderdoor moest. Ik had dat jaren geleden met de Iceman gedaan, dus ik wist dat het kon, maar met hoog water was het nog claustrofobischer dan normaal, dat wist ik ook. Met mijn neus op mijn knieën lukte het. Verderop was de gracht afgesloten. Ik peddelde door. Ik was zo ver gekomen, dan trok ik van mijn part met hulp van een voorbijganger mijn kajak wel uit het water om hem er aan de andere kant weer in te laten. Ik herinnerde me opeens van de vorige keer kajakken dat ik me voornam altijd schoenen mee te nemen. Ook dit keer was ik weer op blote voeten.
Via het droge bleek niet nodig. Ik kon net tussen kade en ponton door. Ik vond het wel weer genoeg avontuur voor de dag. Rustig peddelde ik naar huis.