'Ik ook!' riep ik.
Ik weet niet of het kwam door de wijn of het feit dat we op een begrafenis stonden van iemand die veel te jong was overleden en alles dan betrekkelijk wordt, maar wellicht was het beter geweest even af te wachten.
'O, ja?' vroeg H. Ik knikte geestdriftig.
'Je zou je volgens T binnen no time doodvervelen met hem omdat hij zo megasaai was!'
De stilte duurde net even te lang. De slappe lach ook.
T had dit niet tegen haar gezegd.
Ik uitte honderd excuses, maar wist niet aan wie ik het grootste excuus schuldig was. T of H.
H reageerde droogjes: 'T zei dat ik binnen de kortste keren over hem heen zou lopen. Is min of meer hetzelfde. Toch?'