Ik zette de boodschappen achter in de bus. Ook het kleine muntplantje dat ik bij de supermarkt had gekocht. De Wizard zei dat hij het daar nooit zou neerzetten. Ik dacht nog even dat het was omdat het dan misschien in de verdrukking zou komen door spullen die er tijdens het rijden op zouden vallen.
Nee.
Hij zou het voorin zetten. Een plant had licht nodig.
'Maar we gaan hem vanavond opeten.'
'Ssssssst! Don't say that in front of him.'
Ik ben een bruut.