De ruiten van R waren beslagen, de kachel stond hoog, het water op. Bergschoenen moesten uit. In de hoek stond een koffertje vol sloffen. Ik vond dat idee alleen al geweldig. Vooral toen R riep dat de konijnensloffen het grootste waren.
Ik pakte de konijnensloffen.
We zaten rond de kachel. R duwde een kop koffie in mijn handen, maar ik raakte geobsedeerd door mijn voeten. Het waren donkere konijnen. Elk konijn had ook gewoon twee oren. Ik had het gevoel dat mijn voeten met die konijnen erbij verworden waren tot een kinderboerderij waar niemand meer omheen kon. Ik probeerde het toch.
Maar het voelde zo idioot dat ik mijn voeten in konijnen had gestoken. Het gesprek ging langs me heen. De konijnen moesten uit.
Al werd dit door de gastvrouw niet helemaal begrepen.