De man achter de balie van de toeristeninformatie had de baan waarschijnlijk uitgekozen om zich te bekwamen in het dienstverlenende aspect. Het lukte nog niet zo best. Wel kwamen we te weten dat alles echt steil omhoog ging, maar er was wel een redelijk vlak (lees steile) wandeling van twee uur. Verder waren bijna alle hotels volgens hem dicht, dus makkelijk werd het allemaal niet. Hij keek ons misantropisch aan.
We gingen vrolijk op pad, dat werd anders toen we bij de rivier kwamen die we moesten volgen, maar het pad was afgesloten. We liepen om en om en om tot we dan toch ergens halverwege de berg hingen met mooi uitzicht over het Gardameer.
De route via de baai terug, langs achtertuinen van villa's en hotels, liep in tegenstelling tot mijn verwachting niet dood, maar kronkelde lekker langs megahelder water.
Tevreden namen we de boot naar Garda. Alleen lag er een vloek op ons openbaarvervoergebruik: een van de motoren viel uit, dus dobberden we eindeloos op het meer. Misschien zouden ze uitwijken naar een andere plaats. Wij keken elkaar openbaarvervoerderig aan: een daar-gaan-we-weer-blik. Toch gleden we uiteindelijk langzaam het haventje van Garda in.