J heeft de feiten.
Maine is niet betaald voor het sneeuwruimen in de winter, terwijl Bitsy (niet verzonnen) daar volgens hem wel om had gevraagd.
Oorlog.
En oorlog schreeuwt om aanval. Maine, een kleine man met lange zwart-grijze baard, heeft de volgende zet goed uitgedokterd.
Hij houdt altijd een oogje in het zeil als Cathy er niet is. Cathy is de buurvrouw van Bitsy. Nu is het Maine opgevallen dat Bitsy altijd een breder stuk gras maait dan haar tuin groot is, wat makkelijk kan omdat men hier geen hekken plaatst. Dus spande Maine een touw zodat Bitsy geen land meer visueel kan confiskeren. Daar is zij zo razend over dat ze buurvrouw Cathy, die niets met de hele vete te maken heeft, gaat sewen. Op welke gronden is totaal onduidelijk omdat zij zelf eigenlijk degene is die gesewd zou moeten worden.
En Bitsy heeft nog iets bedacht. Die verlamming in haar gezicht, veroorzaakt door de ziekte van Lyme, is eigenlijk de schuld van de buurvrouw. Zoveel stress kan haar tere gezichtje niet aan.
Intussen is Cathy gearriveerd, het touw door iemand - wij weten nog niet wie - naar beneden gehaald, zegt Maine tegen iedereen die het horen wil dat hij van Cathy verwacht dat ze zijn kant kiest omdat ie anders 'done' met haar is, en zitten wij met ons wijntje in de serre het hele geval te bespreken en zwaaien opgewekt naar ongeacht welke partij.