De man wankelde met zijn AH-zak mijn trapje naar de kade op en liep tussen politie-auto en ambulance door. Inmiddels hingen er allerlei soorten buren naar buiten.
De agent die waarschijnlijk mijn zoon had kunnen zijn vroeg hoe het met me ging. Ik vertelde dat ik eigenlijk wel op mijn benen stond te trillen. Dat had mijn zoon gezien, daarom vroeg hij het juist. Ik zei wat aardige oude vrouwendingen en daalde naar het vrijgekomen platje af om binnen achter een stevige borrel naar adem te happen.