De lente hing in de lucht en ik aan de klimop die zijn tentakels over mijn borders had uitgespreid. Dat was niet de bedoeling. Met hetzelfde gevoel van liefde als dat ik normaal mijn planten de kans geef, snoeide ik erop los. Het was zo intens bevredigend dat ik het gevoel heb dat hier best eens onderzoek naar gedaan kan worden. Als er tenminste meer mensen zijn met snoeidrift.
S had me lange tijd niet gezien en riep bij binnenkomst van het koffietentje: 'Je ziet er zo levend uit! '
Alle hoofden draaiden zich naar me toe. 'Die vrouw gaat nog jaren mee! Ik vroeg me af hoe ik je zou aantreffen, misschien heel beroerd, zonder haar van de chemo, uitgemergeld, steunend op deze en gene...' Intussen knikte ik, niet alleen naar hem, maar ook even geruststellend naar al die de andere koffiedrinkers. Voor een interview dat in de Volkskrant komt, moest ik gefotografeerd worden door Stehpan Vanfleteren. Ik had niet zoveel zin in die shoot, afhankelijk zijn van iemands anders mening over het eindresultaat is niets voor mij.
In de voorafgaande correspondentie mailde ik zonder enig benul van de naam en faam van deze Vlaming, dat ik er tegenop zag, maar dat het vast goed zou komen. Zo'n beetje hetzelfde als wanneer ik tegen Matthijs van Nieuwkerk zou zeggen dat ik er zo tegenop zag om door hem geïnterviewd te worden. Bij de Blokker verschoot de jonge jongen van kleur toen ik hem vroeg of hij een waterpic had. Hij keek me verbijsterd aan. Alsof ik hem midden in de winkel had gepolst of hij een bloed- dan wel vleeslul had.
Waar kijken we naar? Naar miljonairs die zich laten vallen in het strafschopgebied.
Het literaire tijdschrift Papieren helden publiceerde een van mijn favoriete donkere verhalen van mij. Over t moederschap. Waar ik niets van weet, maar van alles over te zeggen heb. Over de grens
Het mes was op mijn keel gezet. Er moest een kerstboom komen. In mijn boot. Dat komt door P. Die vindt dat gezellig. Ik vond dat meebewegen ook een kwaliteit is die ik onder de knie moet zien te krijgen, dus...
Dus. Ging ik vandaag met mijn zus naar Intratuin om voor het eerst van mijn leven na te denken over kerstballen. Dat viel niet mee. Ik had al eerder bij de Action een groene selectie in mijn mandje gedaan, maar die er na een kwartier weer uitgehaald omdat ik ze a. te groot vond voor de kleine kerstboom die ik voor ogen had en b. te donker waren voor een groene boom. Een mens kan problemen hebben. Vandaag besloot ik dat roze de kleur moest zijn. Wellicht gecombineerd met goud. We liepen met onze kar, ik gooide zo'n beetje halfslachtig wat ballen in de kar en werd er niet vrolijker van en meldde dat aan mijn zus. Die vond de kar ook veel te saai. Ze had tot dan toe haar mond gehouden, eigenlijk zoals het hoort. Saai. Oke. Dat moest allemaal anders. F adviseerde me om ballen te kiezen die me blij maakte. Geen ton sur ton gedoe, maar gewoon: random ballen die me blij maakten. Ik ging los. Na twintig minuten keek ik in mijn kar. De ballen bleken ton sur ton. De ballen maakten me blij. We liepen in een richting waar we eigenlijk niet op wilden lopen - AVL - maar onderweg kwam een man ons tegemoet en hield ons staande. Of wij wisten waar dit adres was? Hij vouwde de brief open en we zagen de Johan Huizingalaan. P begon een zoektocht op zijn mobiel, terwijl ik de brief las.
De man, aardig voorkomen, beleefd, al bij voorbaat dankbaar voor onze hulp, moest zich melden bij het politiebureau om 'materiaal' af te staan. Het bleek een justitiële oproep. En dat bracht dan toch mijn fantasie op hol... P had noch de brief gelezen, noch aannames. Ik zag er niet zo tegenop als gisteren. Ik had de grijze vrouw van het Marineterrein in mijn hoofd. De rustige slagen en haar eindeloze verblijf in het koude water. Midden op de dag, terwijl ik aan de choco-rum zat.
Ik ging de trap af, eigenlijk is het moment vóór die trap het ergste, de dialoog met jezelf, of je dit wel of niet of wel of niet gaat doen, en dat je weet wat je te wachten staat en je weet je niet meer terug kunt. Het water was koud, natuurlijk, maar ik had haar in mijn hoofd. De rustige slagen, het eindeloze tikken van de secondewijzer. Het was niet moeilijk, ik ging heen en ik ging terug, ik ademde diep, negeerde de mensen op de brug die me voor gek verklaarden, zwom terug, heen, nog eens terug, in precies hetzelfde tempo als de grijze mevrouw... Toen ik mezelf uiteindelijk uit het water omhoog hees en op mijn terras genoot van het gevoel dat dat gaf, dacht ik: die vrouw heeft geen idee wat voor voorbeeld ze is. En ademde nog eens diep in. K belde, hoe het ging.
'Mwah.' 'Zal ik dan een zeepaardje komen brengen?' Van alle mensen op de wereld kan alleen K zoiets zeggen. Daarom antwoordde ik ook met een volmondig 'Ja' in plaats van te vragen wat hij precies bedoelde. Het zeepaardje bleek een hendel te zijn. Hij had mij aan de telefoon, keek naar beneden en zag het zeepaard liggen. Het vervolg van de opvrolijksessie was ook prettig. Of hij een hele stapel Thaise viskoekjes zou halen? Het leek mij een perfect idee. Na de viskoekjes liepen we door de stad. K spendeert zin dagen met kriskras door Amsterdam te lopen of te fietsen, liefst op plekken waar dat niet mag, heeft de leukste gesprekken en leert de mooiste mensen kennen. Nu gingen we samen. Hij liep de fietsenmaker annex tweedehandswinkel annex koffietentje binnen. De man achter de balie kon niet chagrijniger reageren op onze komst. K deed alsof hij niets merkte (of misschien merkt hij het echt niet) en ging net zolang door met vragen stellen en trachten een conversatie op te bouwen tot de man uiteindelijk overstag ging. Intussen zette de fietsenmaker een koffiekopje op een rond tafeltje, drukte op een knop, schreeuwde: 'Theresa!' terwijl het blad van het tafeltje omhoog ging. Wankelend schoof de buis omhoog, zoals de nek van Lange Jan in de Efteling, tot zo'n drie meter en Theresa het kopje vanaf de vide van het blad kon pakken. Mijn bewondering ging helemaal langs de man heen. Ik had mezelf duidelijk nog geen plaats verworven. K echter wel, die kreeg uitgebreid te horen hoe het de winkel tijdens de corona vergaan was. Daarna wilde ik kijken of de brug bij Hanna's boom nou eindelijk begaanbaar was (de discussie over de brug die dan wel open of dicht was zal ik je besparen). Natuurlijk liepen we niet om het bouwterrein heen zoals de eerste bouwvakker adviseerde. K bedankte hem vriendelijk voor de goede raad en liep door. De bouwvakker bleef vriendelijk lachen, iets wat mij sowieso al verbaasde, want werklui en hun terrein en tresspassers zijn meestal niet de beste combinatie. Ik sloeg het aanbod om een wankel wiebelend hek op te klimmen af, dus liepen we verder de fuik van het verboden terrein in. Een andere bouwvakker stond aan het einde van de fuik. K spreidde zijn armen in een onmachtig gebaar, schouders wat opgetrokken. In plaats van te schelden wenkte de man ons en wees naar het hek. Ik zei tegen K dat het iets in zijn aura moest zijn, maar hij grinnikte en zei: 'Over dit gebaar is wel degelijk nagedacht.' De bouwvakker haalde een sleutel uit zijn zak en maakte het hangslot open. We voerden nog even een gesprek over de moeilijkheidsgraad van bestraten en liepen toen over de brug naar Hannekes boom, waar K voor mij een whisky bestelde en voor zichzelf een Bacardi Cola. Het was tenslotte maandagmiddag. Ik had de stoelen voor de haard, die tot mijn vreugde nog vrij waren, geschikt, maar K stelde voor buiten te gaan zitten. Op een boomstam op de kop van het terrein staarden we over het water. Een betere plek was er niet. Bij Mediametics deed een man een hangslot op een schuurdeur. 'Ah, laat maar open,' zei K en er volgde een gesprek over de vluchtelingenboot die er lag en waar hij op werkte en het kunstwerk dat gemaakt was om verwarring te zaaien, wat werkte. We liepen door naar Homeland en namen warme chocola met rum. Weer op het terras. Een oude vrouw trok baantjes, zoveel dat ik mij schaamde over de halve minuut die ik vanmorgen in het ijskoude water lag. K raakte inmiddels bevriend met de twintiger die ons bediende, dus namen we er nog een en habben het over anders willen zijn dan je bent.K zei dat hij aannam dat hij goed was zoals hij is want als dat niet het geval zou zijn dan was hij wel anders geweest. De schemer viel, maar de weg terug was licht. Vanmiddag kocht ik nog een kaartje voor Wende in de Stadsschouwburg. Ik nam de nodige trappen naar het balkon. Ik zat aan het einde van de rij en moest opstaan voor een vrouw die bepakt en bezakt naast mij neerviel. Een fris pottenkapsel, overhemd en kistjes. Een type dat je, mocht je een vraag over wat dan ook stellen, meteen haar hele levensverhaal vertelt. Inclusief alle zijpaden.
Ze zat, maar ze moet er weer uit, want ze moest even eten. Ik dacht waarom heb je dat dan niet eerst even gedaan. Maar dat was vast te praktisch gedacht. Toen ze terugkwam stonk ze uit haar mond, maar wilde wel graag met mij praten. Een lastige combinatie vond ik dat. Ik kreeg alles te horen over We are public (maandabonnement van 19,- en dan kun je naar alle soorten voorstellingen). Ze zat bedolven onder een sporttas, een papieren zak waar haar eten in had gezeten, en een handtas. Er bleef verdomd weinig ruimte over op de gezamenlijke bank, dus stelde ik voor dat ze haar tassen aan de zijkant te zetten. Een heel goed idee, maar ze moest het flesje wijn wel bij zich houden. Op zich vond ik het een originele manier van naar het theater gaan, maar toen halverwege de voorstelling de zure lucht van de te goedkope wijn me tegemoetkwam, kreeg ik andere gedachten. 63 Spaanse telefoontjes naar albergues en hotels (C)
1 Engels telefoontje naar een hotel (P) 1 opgehangen Spaanse ontvanger die blijkbaar geen Engels kon 9 hotels - 1x 30 minuten teruglopen 5 albergues - 1x 50 minuten doorlopen 11 tortilla-ontbijtjes 320 km totaal 29 km per dag 16.800 calorieën (C) 26.181 calorieën (P) 2,5 kilo afgevallen (C) 3,5 kilo afgevallen (P) 2 recepten zonder verdere aanwijzingen: avocado met sinaasappel en avocado met mango. Belangrijkste les: Spanjaarden nemen bussen ipv treinen. Nog belangrijker les: reserveren. Op tijd... We vlogen op Eindhoven zodat we de drukte konden vermijden. Heen was er al vervangend vervoer geweest vanaf Boxtel, terug was helaas nog dezelfde situatie. De inhoud van de vliegtuigen die op dezelfde tijd waren geland wilde met z'n allen tegelijk in die ene bus stappen. Dat ging niet.
De rest van de mensen die, chagrijnig van de eerste mislukte poging in de bus wilden stappen, deden dat met nog wat meer ellebogen. Op station Eindhoven moesten we in de rij voor het vervangend vervoer naar Boxtel. Wij krabden ons achter onze oren. Was Schiphol echt zo erg? Ze deelden gratis water uit, een redding voor P die slap tegen het raam van de bus hing. Die man holt met gemak in de hitte een berg op met 15kg op zijn rug, maar opeengepakte mensen in een boiling bus, trekt hij niet. Eenmaal in de trein ging het goed. Maar thuis zakte mijn stemming (einde vrijheid) die P weer op wist te krikken met tapas en wijn. Bij de receptie vroeg ik nog even voor de zekerheid of we de kaartjes in de bus konden kopen, dat moest via internet, en we gingen op weg. P boekte twee plaatsen. We hadden de bus van tien uur gekozen, die duurde vier uur, zodat we in Bilbao nog wat rond konden lopen. In de rij voor de bus ontdekte P dat onze tickets voor acht uur 's avonds waren. Ik hoopte nog met mijn básico Spaans de boel wel voor elkaar te krijgen, maar de bus zat helemaal vol. We moesten naar de informatie waar al een eindeloos lange rij voor stond. Intussen verkende P de Spaanse website. We moesten NU die van twee uur boeken, want er waren nog maar twee plaatsten. Ik aarzelde, dacht, dan zijn we ons geld kwijt, beter ruilen dan twee keer kopen. De kaartjes kostten 70 euro. Maar het risico van weer een volle bus en pas midden in de nacht in Bilbao aankomen, wilde ik ook niet. Ik bleef wel in de rij staan. De lokettist was allervriendelijkst. De equivocado (verkeerde) kaartjes konden we via de website terugvorderen. P verdiepte zich nog verder. En kwam eruit, al hield de website 20 euro achter. Ook leerde hij intussen een Spaans woord: Parada bleek halte. Dat betekende dus dat er twee haltes waren ipv nog maar twee kaartjes.
|
Blog t/m sept 2016 |