We hoopten nog even op de aanwezigheid van de familie zwaan aan de overkant, omdat we dan een min of meer rechtvaardig excuus hebben om niet te water te gaan. Er zat er maar één.
Wij denken er maar niet aan wat ons zwemmen aan beelden oplevert. Eerst het getreuzel bij het trapje. Dan het rillen in het water, het naar adem happend naar de brug zwemmen, het snelle omdraaien, terug naar het terras en het afsluiten met heroïsch gekir dat het toch onwaarschijnlijk is hoe moedig en goed we bezig zijn.