Toen de uitgeputte grondstewardess haar ogen naar mij opsloeg op mijn vraag of zij toch nog mijn stoel van een gangpad naar het raamplaats kon veranderen, dacht ik dat ik haar het laatste duwtje gaf naar de burnout die aan de oppervlakte brandde. Maar ze zei alleen: 'Dan zit je wel achterin het vliegtuig.'
Ik meende me te herinneren dat de overlevingskansen in de staart met ik weet niet hoeveel procent afnam in geval van iets rottigs, maar ik nam het op de koop toe. Uitzicht en de kans te leunen, valt te verkiezen boven de kans dat ik op die vlucht op die plek het leven zou laten.
Op IJsland moest ik overstappen. Alsof je de bus neemt.
De stoelen voor de afscheiding van het volgende gedeelte kwamen in zicht. En ik dacht te begrijpen wat de uitgeputte stewardess had gedaan. Mij een stoel geven die niet naar achteren gezet kan worden. Ik begreep haar wel.
Maar ik had niet goed gekeken, en moest 1 rij door. Die bevond zich voor de nooduitgang. Niemand voor mij. zeeën van ruimte. Een geweldig leuke Nederlandse aan het gangpad, en de middenstoel werd na heel veel gegiechel van ons - we wilden geen dikke tussen ons in - gevuld door een - dikke - Amerikaanse, die geweldig leuk bleek te zijn, zodat de zes uur die ik nog moest in no time voorbij waren.