In Kinderstad was ik optimistisch en schatte het verkeerd in. De taart paste niet in de bak voor op mijn fiets.
Ik zette hem schuin.
De toren viel eraf. Dat was bij de eerste stoplichten.
Ik splitste het geheel in twee.
De wind was wéér tegen.
In de Spiegelstraat viel het boek eruit. Een fietser wachtte beschermend tot ik het van straat had gevist.
En bij aankomst viel de rest van de fragiele elementen er af.