Een hele dag stak ik mijn kop in het drijfzand.
Ik erger me al maanden aan het feit dat bij elk C-onderwerp we beelden moeten zien van een wattenstaafje dat diep in iemands neus wordt geboord. Echt bij elk item werden beelden vertoond van teststraten, wattenstaven, neuzen en veiligheidspakken. Vooral de man die tijdens het onderzoek reageerde alsof hij geëlektrocuteerd werd was me bijgebleven. Behalve dat waren er ook de commentaren van mensen die het hadden ondergaan. 'Alsof je hersenen doorboord worden.'
Ik had voor mezelf bedacht dat ik het allemaal zou ontwijken totdat de spuugtest gangbaar zou zijn. Een mens kan veel bedenken.
Met lood in mijn schoenen liep ik naar de RAI. Op de roltrap hield ik de mensen die eruit kwamen scherp in de gaten. Hingen ze slap over de rand, hadden ze nog tranen in hun ogen, stonden ze onvast op de benen...?
De man achter de balie wenste me succes. Dan moest het echt wel de hel zijn daar achter het schot.
Ik had volop de tijd om de testers van de verschillende hokjes te bestuderen. Ik stond bij nr 3, een jonkie, had ik niet beter bij nummer 4 of 5 kunnen staan?
Toen werd ik geroepen.
Ondanks het feit dat er moment in je leven komt dat je te oud bent voor bepaalde angsten, bekende ik dat ik het doodeng vond.
Hoge kruk. Hoofd achterover tegen de wand, geen gekke gezichten trekken want dan werd het erger. Het was zo voorbij.
Jaja.
Tijdens het keelmonster trok ik al aan haar arm. Het ging me te diep. Toen moest mijn neus nog.
De staaf ging erin. In plaats van omhoog ging hij naar achter, naar mijn oor, geen hersenkronkel te bekennen.
Het was zo voorbij.