T volgde het allemaal niet zo goed en vroeg waar hij het in godsnaam over had.
'Hij bedoelt dat hij denkt dat ik kanker heb.'
'Ja, nou, je bent toch heel erg afgevallen?'
'Ik loop elke dag minstens een uur en daarna zwem ik een kwartier!'
'Ik loop elke dag twee uur en ik val niets af.' M weegt 117 kilo en houdt van overdrijven.
Pas toen bleek dat ik vier kilo was afgevallen, was hij gerustgesteld. Hij dacht tien, zo niet twintig.