Of ik zin had haar kant op te komen, omdat ze 'hier' niet zo lang meer zou wonen. Dat 'hier' bleek een klooster te zijn. Zij bewoonde de rechtervleugel. Na de busreis werd ik in een andere tijd geslingerd. M haalde me van de bushalte met haar grote witte hond, en we liepen door het bos tot dat bos van het klooster werd. We zagen tien herten rennen. Via de nonnen die op de heuvel begraven waren, liepen we naar haar vleugel waar we - tegen de verwachting in - niet aan het zelfgebrouwen bier gingen, maar aan de zelfgemaakte geelwortel/sinaasappelthee.