Eerst deden we het nog wel, dicht langs de boten zwemmen, continu kijkend of het mannetje ons niet zou grijpen. Dat vonden we te onrustig. Dus nemen we nu onze spullen mee en zwemmen we her en der in de de stad. Amstel, Vrijburg, Entrepotdok. Het maakt onze routine nog heroïscher. De gracht in met een badjas, verwarming, douche en koffie onder handbereik is even wat anders dan twijfelen of je in je blote kont gaat staan, te snel afdrogen en daardoor broek en shirt nauwelijks aankrijgen, koude poten op straat, natte spullen in de rugzak en naar huis lopen en dan pas zuchtend kunnen neervallen en naar de zwanen kijken die lekker uitslapen.
Ik denk aan het liedje op de melodie van Het hagelt, het hagelt...
'Ik haat je, ik haat je, grote, vette puist
Ik haat je, ik haat je, 't wordt tijd dat je verhuist.'