Er liep een hond in de verte. Ik stond stil om in te schatten of het een enge was, maar ik hoorde geen geblaf, wat klopte want het was een wild zwijn. Nog hartstikke jong en ik was even alert op een briesende moeder, maar die bleef uit.
Het tweede deel van de dag was minder gunstig. Het regende fors, dat was nog niet het ergste, maar het pad was on-voor-stel-baar saai. Het ging elf kilometer rechtdoor. Links de bergrots, rechts geen uitzicht vanwege bomen. Af en toe kreeg ik het gevoel dat ik in de maling werd genomen. Ik kreeg bij elke flauwe bocht hoop dat het pad eindelijk zo stoppen, maar na de bocht was het zicht nog precies hetzelfde.
Na twee uur lopen kon ik eindelijk even afdalen naar een waterval.
Daarna ging de weg gewoon weer stug door.
Bij aankomst in Olot, totaal verregend en tot mijn knieën vol modder, werd ik bijna in de armen van de eigenaar van de residency genomen. Uiteindelijk weerhield hij zichzelf ervan. Ben benieuwd hoe hij straks reageert als ik met gewassen droge haren, opgemaakt en een jurk met inhoud bij hem aan de dis zal zitten.