Gisteren lag er om 6.30 uur een witte laag over de auto's. Mijn halve handschoenen waren niet afdoende. De wind blies dwars door onze kleding. We besloten het zwemmen tot de volgende ochtend uit te stellen.
In de avond kreeg ik een appje. Of het nou wel zo gezond was om in die kou te zwemmen? En of het voor mij, met mijn openhartoperatie niet risicovol was? Ik kon niet anders appen dan dat dat niet het geval was. Met de Iceman zwom ik heel november en december vanaf mijn boot. In Polen lag ik nog in half bevroren water. Ik vond het jammer, maar er was mijns inziens geen gevaar. Alleen was ik er wel van overtuigd dat gedachten belangrijker waren dan reëel gevaar. Zodra je het eng vond moest je stoppen. Gedachten deden soms meer dan je lief was.
S appte instemmend. Jammer dat haar excuses op waren.
We plonsden de diepte in. Het lastigste waren de voetzolen en handpalmen. Ik vroeg of we tot de brug gingen. S reageerde zo resoluut dat ik daar geen onderhandeling zag. De wind blies het water in mijn nek.
Bij de brug lig ik altijd even op mijn rug, alsof ik in een tropisch paradijs van de zon geniet. Dat zet mijn verstand op het verkeerde been. S zwemt in die tijd nog een paar laatste slagen tot de brug, en pikt mij dan weer op.
Ik lag mezelf even tropisch voor de gek te houden, en zwom mee terug. Nu hadden we de wind in ons gezicht. 'Best ver,' zei S. Ik probeerde stoïcijns door te zwemmen. Ik moest mijn gedachten indammen: dit kon ik.
Ik had in IJsland in de zee van 2 graden gezwommen. Polen een beek van 1 graad. Een gracht van 9 was vanzelfsprekend een lachertje.