Ik liep naar mijn fiets en zag weer hoe onbereikbaar hij was geworden. Een melding maken?! Wat was dat eigenlijk voor onzin? Ik liep naar de keet, die helemaal vol bleek te zitten, en ging te keer. Dat ik daar woon, dat het belachelijk was, dat er ruimte genoeg was, hoe ze erbij kwamen, enz, enz.
Ze keken me allemaal zwijgend aan. Ik ging door, het leek alsof ik de assertiviteit persoonlijk had uitgevonden. Diep in mijn hart was ik erg tevreden over deze nieuwe uitingsvorm.
Niemand verroerde zich. Tot er een opstond en met me meeliep om me te bevrijden. Intussen vertelde hij me dat niet zij, maar het steigerbedrijf verantwoordelijk was voor het inbouwen.