Op het grote terras deden we met z'n allen of het de gewoonste zaak van de wereld was hier vette worsten naar binnen te werken en even niet bij het trainingsschema van de Sturmabteilung stil te staan.
We liepen over het complex en kregen het koud.
Omdat we niet dezelfde route terug wilden nemen, verdwaalden we hopeloos. Langs een provinciale weg liepen we naast de vangrail op een smalle strook vol brandnetels en distels terwijl de auto's langs ons raasden. Ik met korte broek en hoogtevrees. Één verkeerde stap en we zouden met rugzak en al in de afgrond verdwijnen. Op de navigator zagen we dat we een half uur deden over iets wat in 2 minuten geklaard zou moeten zijn. Niet hoopgevend. Vooral niet toen we de weg nogmaals moesten oversteken omdat de afgrond echt te diep werd en de vangrail te flexibel. Schuin schuifelend tussen bomen met stekels, waarvan er een in P's hand verdween, bikkelden we door. Politie reed langs, deed niets. Het eerste stuk bleek militair oefenterrein en het tweede een stiltegebied waar wilde zwijnen een nare ziekte verspreiden. We negeerden beide borden, vroegen ons even af wat we moesten doen als we beschoten dan wel bestormd werden, kwamen tot de conclusie dat we op z'n minst moesten proberen in een boom te geraken en kwamen uiteindelijk zonder ons te hoeven verweren na uren aan in het hotel.
Rurberg-Simmerath 23,6 km