Het stel dat me ontving was druk in de tuin bezig. Ik herinnerde me deze man niet. Die van toen vond ik namelijk een uitgesproken lul. Dus vroeg ik haar hoe lang ze al op de tuin waren. Het lag op mijn lippen om de vrouw te vertellen wat ik van de man die ik in mijn hoofd had, vond.
'Degene die het huisje kreeg zei...,' maar ergens begon er zachtjes iets te branden.
'Is dat je partner?' vroeg ik toen, en knikte naar de kerel die op zijn knieën het pad aan het betegelen was.
'Nee,' antwoordde de vrouw.
'Heeft jouw man krullen en een bril?'
'Ja! Wat heeft hij toen gezegd?'
Het was geloof ik voor het eerst in mijn 53jarig bestaan dat ik mezelf had behoed voor een enorm pijnlijke situatie. Meestal ram ik er vol in.