Vanmorgen liepen we de berg achter ons huis verder omhoog. Halverwege kreeg ik hoogtevrees, mijn stokken schoven steeds in, en W hing natuurlijk als een berggeit ergens ver boven mij aan een glibberige rotswand. Ik praatte mezelf rustig en wilde ondanks alles toch naar de top, wat lukte. Op het laatste rotsblok kreeg ook W hoogtevrees en toen ging ik zo snel als het kon weer naar beneden. Trillende benen. Maar tevreden. Angst getrotseerd. We konden beginnen. Met onze meesterwerken.