We moesten wel afbouwen. Vandaag werd een kippeneindje, omdat we anders meer dan 38km moesten doen. Niet meer haalbaar. In Villaviciosa hadden we een hotel te pakken gekregen, Carlos I, en de voorbereidingen in de straten voor een groot feest, was ter ere van hem. Maar ik was niet geinteresseerd. Niet in de oude ambachten die later op de dag in de straten werden uitgevoerd, niet in de roofvogelshow, niet in de kleine stalletjes met sieraden, kazen, kleding en lakens. Ik was op zoek naar medepelgrims en vond er eentje die ons tijdens de koffie kon vertellen wat het omloop-, terugloop- en taxiavontuur van de Zweedse was, over wie hij zich erg ongerust over had gemaakt omdat ze van het pad was verdwenen.
Wij vonden in de middag een restaurant waar we duidelijk niet moeilijk moesten gaan doen, ons Spaans vloeiend moesten houden en het zeker niet in ons hoofd halen om een rondje te gaan bloggen.
Terwijl P een siësta hield, zat ik in de prachtige zithoek op de eerste verdieping. Maar zelfs mijn Ipad was in de contramine. Weigerde een Nederlands woordenboek te gebruiken, dus voor elk woord, duwde hij een Engelse suggestie naar voren. Zo viel niet te werken. Er moest duidelijk een en ander geslikt, verteerd en geaccepteerd worden... Maar eerst die verdomde Ipad.